Danielle van Vree zoekt haar grenzen

Danielle van Vree presenteert haar performancekunst in Theater Frascati. ‘Ik laat duidelijk zien hoe ik de toeschouwer probeer te manipuleren.’

DANIËL BERTINA

“Ik voel me vaak héél ongemakkelijk bij publieksparticipatie,” zegt Danielle van Vree, bijna verontschuldigend. Opvallend, want haar performancekunst lijkt juist te draaien om het onwennige, persoonlijke contact tussen de toeschouwer en de speler. “Die bijzondere spanning tussen intimiteit en afstandelijkheid, tussen werkelijkheid en fictie. Daar zoek ik naar.”

6×1 Performance, de ruimte tussen de dingen speelt in theaterzaal 3 van Frascati – maar is geen normale voorstelling, eerder een theatrale tentoonstelling. Mimespeler en beeldend kunstenaar Danielle van Vree (Den Haag, 1969) toont in zes avonden zes van haar performances, met spel en videoprojectie, soms bijgestaan door een handvol geestverwanten. Ze exposeerde en speelde haar werk in Australië, Zuid-Afrika, Spanje en China.

De theatrale tentoonstelling bestaat uit drie eerder uitgevoerde werken in een nieuw jasje, en drie nieuwe stukken. Elke avond wordt totaal anders. Het zijn performances van verschillende lengte, variërend van enkele minuten tot twee uur.

Het is elke keer weer spannend in hoeverre de mensen mee willen doen, aldus Van Vree. “Musique de table (2006) ga ik meer dan twee uur achter elkaar doorspelen. Maar het stukje duurt eigenlijk drie minuten, want ik doe het één-op-één.”

In haar atelier aan het water van de Houthaven laat Danielle van Vree een opname zien van Musique de table. Een nietsvermoedende bezoeker wordt door een serene stem op een bandrecordertje aangespoord om aan een tafel te gaan zitten, en mee te doen in een soort verstild, droogkomisch afscheidsritueel – samen met de kunstenaar.

“Ik ben gefascineerd door de zeggingskracht van hele simpele handelingen en gebaren. Ik probeer daarin een diepere laag aan te boren. Mijn werk is heel transparant: ik laat duidelijk zien hoe ik probeer de toeschouwer te manipuleren. Uiteindelijk gaat het over de grote thema’s als afscheid, leven en dood.”

Danielle van Vree studeerde in 1995 af aan de mimeopleiding van de Amsterdamse Theaterschool en werkte een aantal jaar als theatermaker en regisseur. “In het theater voelde ik me altijd heel kwetsbaar. Je staat daar zélf te spelen dus kritiek komt heel dichtbij. Ook de lange duur van zo’n theatervoorstelling begon me op den duur tegen te staan.”

Haar voorstelling Damn if I (2002) was een omslagpunt. Van Vree nam twee composities van jazzmuzikant Archie Shepp: Damn If I Know en New Africa, en werkte elke noot in de partituur uit tot een beweging. Het resultaat was een bewegingsconcert in stilte, waarbij elke van de zes instrumenten werd ‘belichaamd’ door een speler. Een poging om muziek zichtbaar te maken.

Ik heb altijd heel beeldend gewerkt, maar theater draait uiteindelijk toch vaak om het vertellen een verhaaltje. Met Damn if I heb ik daar toen even helemaal mee gebroken.” De voorstelling speelde onder andere in jazzbastion Het Bimhuis, en toerde als onderdeel van Blind date, nieuwe theatermakers on tour door het land.

In 2003 belandde ze op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. “Ik wilde buiten de theatrale regels treden en korte, direct herkenbare beelden maken.”

Van Vree besloot om een aantal passages uit haar eerdere voorstellingen los te maken van de oorspronkelijke theateropvoering, en deze als aparte scènes te opnieuw te filmen, of als performance uit te spelen. Zoals Mum & dad (2002)

“In een van mijn voorstellingen zong ik het liedje Are you lonesome tonight van Elvis Presley in de mond van mijn tegenspeler. In de video liet ik dat mijn ouders doen, in close up. Dat werkte veel beter.”

“Met 6×1 Performance, de ruimte tussen de dingen plaats ik drie van mijn oudere werken weer terug in het theater. De drie nieuwe stukken zijn speciaal voor de theaterruimte gemaakt,” vertelt Danielle van Vree. “Op een gegeven moment ben ik gaan filmen, maar ik heb de mime nooit losgelaten. Ik houd ontzettend van het theater.”

www.daniellevanvree.nl

Het Parool / Kunst & Media (9 maart 2010)