Vriendschap & idealen gaan niet eeuwig mee

 

Het Parool / Kunst & Media (3 juni 2010)

Na het succes van zijn debuut Familievlees, publiceerde Martin Hendriksma in april zijn tweede roman: Hunkering. Een verhaal over rivaliteit, en het afslijten van vriendschappen en idealen.

DANIËL BERTINA

“Ik ben eigenlijk bizar snel weer gaan schrijven,” zegt Martin Hendriksma, bijna verontschuldigend. Op de bovenste verdieping van de Openbare Bibliotheek vertelt hij over Hunkering, zijn nieuwe roman. “Mijn debuut Familievlees lag in de boekhandel, en er ontstond een vreemd vacuüm van enkele weken. Want veel mensen in mijn directe omgeving waren dat boek aan het lezen. Ik zat dapper te wachten op hun reacties, maar het duurde me veel te lang. De derde avond hield ik het niet meer en ben meteen weer aan een nieuw boek begonnen.”

In 2008 maakte schrijver Martin Hendriksma (Sneek, 1966) zijn debuut. Een vliegende start. Familievlees, een tragikomisch verhaal over de lotgevallen van een worstenmakersfamilie uit Drenthe, werd meteen geselecteerd voor de longlist van de Libris Literatuurprijs 2009.

“De Libris is de eredivisie van de literatuur,” grijnst Hendriksma. “Het was een zeer aangename verrassing om die erkenning te krijgen. Op dat moment durfde ik mezelf ook echt schrijver te noemen – ik was niet langer alleen maar journalist.”

Hunkering (net als Familievlees verschenen bij Uitgeverij De Geus) vertelt het verhaal van Arend. Een idealistische jongen – opgegroeid in de Friese klei, net als Hendriksma zelf – die eind jaren tachtig naar Amsterdam trekt om Duits te studeren. Hij wil dichter worden, in navolging van zijn held Rainer Maria Rilke.

Aangekomen in een shabby studentenhuis, geleid door corpsbal Elias en omringd door andere randfiguren, ontmoet hij schilder Hugo – ook een kunstenaar in de dop. Gezamenlijk vallen Arend en Hugo als een blok voor hun woest aantrekkelijke, maar onbereikbare huisgenote Dana. Tussen beide ambitieuze wereldverbeteraars groeit een diepe vriendschap, én een bittere rivaliteit.

Naast deze verhaallijn toont Hunkering ook het Amsterdam van een slordige vijftien jaar later. De innige vriendschap tussen dichter en schilder is verbroken. Arend is communicatieconsultant geworden, en gevallen voor het Grote Geld. Hij lijkt zich te hebben verzoend met zijn gezapige leven. Totdat hij hoort dat Hugo in coma ligt.

“In Hunkering stel ik mezelf de vraag of de dromen die je als twintiger hebt wel te realiseren zijn. Waar hangt dat van af? Wat voor keuzes maak je?”

Na een studie commerciële economie verhuisde Hendriksma in 1987 van Leeuwarden naar Amsterdam. In de avonduren deed hij de schrijversvakschool.

“Opeens zat ik tussen veel oudere klasgenoten en iedereen had vurige schrijfambities. Maar veel van hen zijn later iets totaal anders met hun leven gaan doen en hebben hun ambities en idealen laten varen.”

Na een jaar in Amsterdam vond Hendriksma onderdak bij opinieblad De Groene Amsterdammer. Niet als redacteur, maar als boekhouder en advertentieacquisiteur. “Eén etage boven mij hoorde ik altijd het kabaal van die redactievergaderingen. Dat had echt iets magisch. Dus ik dacht: wat er ook gebeurt, ik moet een etage hoger komen.”

Dat lukte. Na een begin als journalist bij De Groene schreef hij later voor diverse dagbladen, en werd redacteur bij Theater Frascati en De Brakke Grond. Vier jaar lang was hij hoofdredacteur van de Amsterdamse Uitkrant – een baan die hij eerder dit jaar opgaf om zich volledig op het schrijverschap te storten.

“Bij het schrijven van Hunkering heb ik me vaak afgevraagd wat er van mijn eigen idealen is overgebleven. Vroeger was ik erg links – nu ben ik een brave huisvader met een hypotheek. Zo´n verandering is interessant. Maar veel leeftijdgenoten zijn wel héél ver afgedreven van hun eerdere overtuigingen.”

“Ik had eigenlijk ook wel in zo’n levendig studentenhuis willen wonen, of zo’n bijzondere vriendschap met een kunstenaar als Hugo willen hebben. Arend leeft het studentenleven dat ik zélf had willen leiden. Misschien had ik dan ook wel eerder de stap naar het schrijverschap gewaagd.”

Hunkering blinkt uit in scherpe en geestige sfeertekeningen. Een voorbeeld: ‘Later die avond vierden we Freuds terugkeer in café De Hunkering aan het Van Limburg Stirumplein, het kloppend hart van de Staatsliedenbuurt, waar het rook naar verschaald bier, vermengd met wiet en natte hond. Iedereen kwam er of spoelde er in de loop van de nacht aan. Punkers met fluorescerend haar, hun herders tapijtbreed uitgestrekt over het gangpad. Sociaal-advocaten met knijpbrillen. De dronken buurt-Turk, hinderlijk aanhalig.’

Hendriksma: “Dat heb ik steeds met veel plezier geschreven. De details maken zo’n tijdsbeeld geloofwaardig. Later gaan de twee tijdslijnen steeds meer door elkaar lopen en dat zorgt voor een enorme vaart en afwisseling in het verhaal. Een bewuste keuze, want mijn eerste roman was behoorlijk chronologisch. Met elk boek probeer ik mezelf als schrijver te vernieuwen.”

“Nu werk ik aan een kort verhaal over vaders aan de zijlijn bij de voetbalwedstrijden van hun zoontjes. Van die mannen die hun eigen mislukte sportambities op hun kinderen projecteren. Dus toch weer iets over rivaliteit en verloren idealen.”

www.martinhendriksma.nl

www.degeus.nl