Gebarentaal in een wurggreep / Congratulations! door Leish Troupe

Corpus Kunstkritiek

Voorstelling: Congratulations! door Leish Troupe

Gezien: 12 juli 2010, Theater Bellevue, Amsterdam

Door: Daniël Bertina

Tijdens Julidans vond de Nederlandse première van de voorstelling Congratulations! van de Syrische theatergroep Leish Troupe plaats. Deel twee van het Identities Project van choreograaf Noura Murad. Een dreigende, maar onbegrijpelijke gebarentaal.

Een minzaam knikkende man en vrouw verwelkomen het publiek. Ze gebaren: vrouwen links, mannen rechts. In de lobby van Theater Bellevue wordt het publiek in twee rijen naar sekse verdeeld. Voorzichtig schuifelen we in twee groepen de gang naar de theaterzaal in. De mannelijke gids gebaart naar een schaal met witte snoepjes, pakt er een en stopt het in z’n mond. We volgen zijn voorbeeld. Een zoete amandel met een krakend suikerlaagje. Vier dansers – Razmik Gabrealian, François Peyre, Faiha Abu Hamed en Noura Murad – marcheren langs. Twee mannen, twee vrouwen. Ieder duo is met de pols aan elkaar geknoopt, door middel van een lang wit lint. Voorzichtig zoeken de toeschouwers een staanplaatsje zonder anderen het zicht te belemmeren of gaan op de grond zitten. Dit is Congratulations! van de Syrische bewegingstheatergroep Leish Troupe.

Choreograaf Noura Murad liet zich voor deze voorstelling inspireren door de rituelen van het traditionele Arabische huwelijk, zo schrijft het programmaboekje. Vanavond zijn we bezoekers én getuigen van een huwelijksvoltrekking in zes delen. Net als in de Syrische traditie blijven mannen en vrouwen – spelers en bezoekers – strikt van elkaar gescheiden. Door de stoïcijns kijkende mannelijke gids wordt het publiek in twee groepen langs een aantal met zwarte theaterdoeken afgebakende ruimtes gevoerd. Het gaasdoek dat in een aantal zalen de bezoekers van elkaar scheidt is dun, zodat je wel naar de anderen kan loeren.

Stampen

De twee mannelijke dansers doen denken aan een bruidegom en zijn dominante ceremoniemeester. De laatste is een krachtige danser die met door scherpe, agressieve bewegingen de eerste heen en weer sleurt – als een sadistische poppenspeler. Staat dit symbool voor de dwang van de tradities? Bij de vrouwen gebeurt hetzelfde: een dominante danser trekt haar slachtoffer constant op woeste manier uit balans. Alle vier dragen ze een doorzichtige gezichtsluier. Al stampend, in het militaristische ritme van de muziek maken de twee dominante dansers hun eigen sluiers los, en binden deze aandachtig om hun nek. Doordat ze alle vier in sec zwarte kleding zijn gehuld, zorgt deze kleine kostuumaanpassing ervoor dat de twee dominante figuren opeens doen denken aan priesters. Het zijn een soort dominee slabbetjes.

Terwijl ik de amandelsmaak nog proef beginnen de vier in een lange passage – afgebakend met gordijnen en een doorzichtige tussendoek – een langzame, afgemeten en krachtige dans met veel gestamp. De twee onderworpen danser worden door de linten aangestuurd. Deze proberen zich angstig te verzetten, maar af en toe lijken ze op te geven, en laten zich gedwee door hun begeleiders meevoeren. Als een vlieg in een spinnenweb lijken ze te vechten tegen hun ketening, en tegelijkertijd de wurging willig te ondergaan. Hun bewegingen zijn bijna grotesk, maar worden scherp en met veel bezieling uitgevoerd. Het voelt alsof hier wordt gedanst uit noodzaak. De dansers kijken me indringend aan. Ze lijken me met hun bewegingen iets te willen vertellen, maar er klinkt geen woord. Een akelige, beklemmende sfeer.

Door het dunne gaasdoek te zien dat zowel de mannelijke als de vrouwelijke dansers vrijwel dezelfde bewegingen maken. Dus zó veel verschilt de situatie tussen man en vrouw niet. Naarmate de bewegingen zich ontwikkelen is het steeds minder goed te zien wie eigenlijk de bewegingen aanstuurt. Zijn dit de jongeren die zich willen losmaken van de traditie? Of zijn dit de ouderen die zich gedwongen voelen om de jongeren in de tang te houden?

Mozaïek

In een volgende ruimte lijkt zich het huwelijk echt te voltrekken. In het midden van de theaterruimte staat een tent van gaasdoek. Het publiek kijkt van buiten naar binnen door raamachtige uitsparingen in het doek op verschillende hoogtes. In deze tent voltrekt zich een ingewikkelde beweging, waarin de vier dansers met hun linten doelbewust verstrengelt raken in een grote geometrische knoop. Er ontstaan verschillende sterachtige patronen die doen denken aan traditionele Arabische stermozaïeken, of een spelletje vingervlechten. Bruid en bruidegom zitten aan het einde letterlijk en figuurlijk aan elkaar vastgeweven. Ze gaan af, en de twee dominante figuren blijven achter. Het publiek wordt de tent ingeleid; van binnen loeren we naar deze twee spelers die aan weerkanten van de tent ieder een woeste solo dansen. De mannen kijken naar de vrouwelijke danser, de vrouwen in het publiek naar de mannelijke danser. Ik zie een vrouw die me aankijkt met een indringende, wanhopige blik. Schuddend en trillend werpt ze zich tegen de muur, bijna epileptisch, terwijl ze steeds weer lijkt te schrikken van een geluid dat alleen zij kan horen. Uitgeput valt ze stil.

Gebarentaal

Dacht ik in de eerste scènes nog aan een generatiestrijd, hierna wordt er in de aangrenzende grote ruimte een onbegrijpelijke scène gespeeld. De hoge theaterzaal krijgt door de vorm van de lange hangende theaterdoeken de onbegrensde, sacrale sfeer van een kathedraal. Wederom worden vrouwen en mannen van elkaar gescheiden; elke groep aan een uiteinde van de ruimte. De twee ‘oudere’ personages zitten meditatief geknield met voor elk van hen een houten plank. Daarnaast een vuistgrote steen en grote, zilverkleurige schaal met rijstkorrels. Met merkwaardige bewegingen slaan de zittende personages met de steen op de plank, in het ritme van de tranceachtige, traditionele muziek. Afwisselend maken ze repetitieve handgebaren, signalen en scherpe veranderingen van mimiek. Bijna mechanisch. De gebaren worden zo zelfverzekerd uitgespeeld dat ik vermoed dat deze misschien voor Arabieren wel onmiddellijk herkenbaar zijn. Het voelt alsof ik kijk naar een gebarentaal die ik niet spreek.

Identities Project

De volgende dag spreek ik choreografe Noura Murad bij Dinner Stories: Dans in de Levant, een door het Hivos Cultuurfonds en Julidans georganiseerd debat over dans in het Midden Oosten. “Mijn werk is een zoektocht de culturele identiteit van het lichaam,” vertelt Murad. “Ik vroeg me af of er zoiets bestaat als een typisch Arabische bewegingstaal. En zo niet, zou ik die dan zelf kunnen scheppen? Ik zocht een gebarentaal voor Arabische dans, net zoals in de traditionele Indiase dans – waarbij elke kleine verandering van houding en expressie een hele exacte betekenis heeft.”

De voorstelling Congratulations! is onderdeel van een langlopend project. Elf jaar geleden richtte Noura Murad haar Leish Troupe op; toen de enige onafhankelijke moderne dans- en bewegingstheatergroep in Syrië. In haar werk onderzoekt Murad de dwang van tradities en rituelen rond belangrijke overgangsriten zoals geboorte, huwelijk en dood. In de Arabische wereld worden hierbij de mannen en vrouwen strikt van elkaar gescheiden, en door de gemeenschap gedwongen om traditioneel vastgelegde rollen te spelen, vertelt Murad. Haar zogenaamde Identities Project ging in 2006 van start met onderzoek, workshops en een serie voorstellingen.

De eerste in deze serie was Once they die, they’ll realize (2008): een voorstelling over het begrafenisritueel en de angst voor de dood, geïnspireerd op de uitvaart van Murads eigen vader: “Mijn ouders waren vrijzinnige kunstenaars, maar toen mijn vader stierf werd het mij als vrouw verboden mijn eigen vader te begraven. Sterker nog: ik mocht zijn dode lichaam niet eens aanraken, terwijl ik vond dat ik juist als enige ter wereld dat recht zou moeten hebben.” Deel twee, Congratulations! – over de rituelen rond het huwelijk – ging vorig jaar in première in de Citadel van Damascus en kwam speciaal voor Julidans naar Nederland. Deel drie, nu in de maak, richt zich op de rituelen en tradities rond de geboorte.

Streng en schuldig

Noura Murad vertelt hoe ze tijdens haar verblijf in Nederland haar dansers op pad stuurde, om in de Amsterdamse cafe’s de lichaamstaal van de Nederlanders te bestuderen. “In Nederland is er veel vrijheid – dat is ook terug te zien in het lichaam. In Syrië zie je een veel groter contrast tussen lichaamstaal en woorden. Tijdens de première van Congratulations! had ik voor het eerst het idee dat het Arabische publiek écht begreep wat ik met mijn bewegingstheater wilde vertellen.” Dat is opmerkelijk. Tijdens de voorstelling heb ik geprobeerd om de Arabische lichaamstaal van Leish Troupe te interpreteren vanuit een Nederlandse blik. En, zo blijkt uit de bovenstaande passage, Murad projecteert dus net zo goed haar Arabische kijk op de Nederlandse lichaamstaal – en begrijpt er weinig van. Want het valt natuurlijk wel mee (of tegen) met die vermeende Nederlandse bewegingsvrijheid, en dat er bij Nederlanders minder een contrast zou bestaan tussen woorden en lichaamstaal is ook zeker niet het geval. Wat is het ontzettend moeilijk om met een onbevangen blik naar een voorstelling, of naar de wereld te kijken.

Terug naar de voorstelling. Op een gegeven moment stappen beide generaties ieder met één been in de bak met rijst en gieten de korrels over elkaar uit. Als een vruchtbaarheidsritueel. De vier spelers binden zich via de polsen aan elkaar vast. Als viereenheid lijken ze tot elkaar veroordeeld. Wat hieraan voorafging is me volledig ontgaan. Is dat erg? Is het nodig dat je al de bewegingstaal in een theatervoorstelling verstaat? Lang niet altijd, maar nu voelt het toch frustrerend omdat de eerdere scènes op intuïtieve manier een stuk eenvoudiger te duiden waren. Door de strenge herhaling van de handgebaren en de scherpe bewegingen voel ik me bijna schuldig dat ik ze niet kan plaatsen.

Sufiachtig

Congratulations! wordt afgesloten met een dreigende, gezamenlijke huwelijksdans. In een kale, wijdse ruimte vormt zich een grote kring met het publiek in het midden – mannen en vrouwen samen. Verbonden door de vier lange linten vormen de vier dansers een grotere kring die het publiek insluit. Op een traag ritme begint een Sufiachtige dans. Deze wordt steeds sneller, woester en agressiever. Al stampend draaien de dansers om het publiek heen. Ze kijken koortsachtig uit hun ogen, terwijl ze steeds dreigender in een steeds kleiner wordende cirkel het publiek als een kudde schapen bijeen drijven. Tot slot leggen ze de linten op de vloer. Het publiek is ingesloten door een witte cirkel. De vier dansers marcheren twee aan twee de ruimte uit. In formatie, in een rechte baan van licht op het dwingende ritme van de hypnotische marsmuziek. Stilte. Het applaus komt voorzichtig en onverwacht.

Na afloop van de voorstelling bekruipt me het gevoel dat Noura Murad deze voorstelling vooral heeft gemaakt voor een Arabisch publiek. Ik heb gefascineerd staan kijken. Niet in de laatste plaats uit bewondering voor de inzet van de makers. En, hoe vaak zie je nu eigenlijk experimenteel bewegingstheater uit Syrië? Maar het gevoel dat ik iets essentieel heb gemist kan ik niet van me afschudden. Congratulations! gaat duidelijk over een intens en verstikkend huwelijksritueel uit een traditie die niet de mijne is. Misschien zou je als criticus deze voorstelling eens moeten zien met een grotendeels Arabisch publiek – of samen met een Arabische collega die de gebaren kan vertalen. Wat nu blijft hangen is een verstikkende sfeer van angst en frustratie die de hele voorstelling akelig blijft broeien. Het amandelsnoepje heeft een bittere nasmaak.

Congratulations! door Leish Troupe (Syrië)

Coproductie tournee: Hivos Cultuurfonds

Spel: Razmik Gabrealian, François Peyre, Faiha Abu Hamed, Noura Murad

Choreografie: Noura Murad

Scenario: Radwan Taleb

Première Nederland: 12 juli 2010