Uit geldnood nam regisseur Miguel Narings een baan in de thuiszorg. Hij werd verliefd op het werk en maakte een ontwapenende documentaireserie over zijn cliënten en hun lief en leed: De thuiszorgman.
Twee jaar geleden zat de Amsterdamse regisseur Miguel Narings (1971) ‘even diep in de shit’. Zijn vriendin maakte het uit en hij raakte verzand in een onmogelijke klus – een filmproject waarbij alles fout ging wat fout kon gaan. Tot overmaat van ramp overleed zijn vader.
Narings senior woonde al enige tijd in de Filipijnen, met zijn op geld beluste internetbruid. Het contact verliep steeds moeizamer. Hij werd ziek, durfde niet om hulp te vragen, kon de behandelingen niet meer betalen en stierf. Knarsetandend zag Narings junior vanuit Amsterdam het drama zich voltrekken. Helaas te laat om nog te kunnen ingrijpen.
Narings: “Dat was de druppel. Ik kon me er niet meer toe zetten om als zzp’er achter allerlei freelanceklussen aan te rennen. Mijn bankrekening droogde op en er moest gewoon brood op de plank komen.”
Hij nam een baan in de thuiszorg. Deels als noodgreep, deels uit idealisme. Narings: “Met alle respect: ergens de barman uithangen zag ik gewoon niet zitten. Als ik dan tóch een baantje moest zoeken, wilde ik wel iets kunnen betekenen voor de medemens.”
Tot zijn eigen verbazing werd hij meteen verliefd op het werk, en raakte hij gefascineerd door de bijzondere Amsterdammers bij wie hij over de vloer kwam. Zoals Rogier, ex-scherpschutter en Afghanistanveteraan, die door een hersenbloeding halfzijdig verlamd was geraakt. Of de tachtigjarige, halfdove Fietje – levensgenieter en ongekroonde koningin van de Jordaan. En Annelies, die ogenschijnlijk weinig mankeert, maar lijdt aan een ongeneeslijke, slopende spierziekte.
Narings: “Elke dag ontdek ik prachtige, verborgen verhalen. Genoeg voor twee of drie documentaires. Maar ik zie ook veel verloedering, depressie en eenzaamheid in de stad – voor veel mensen is de thuiszorg hun enige sociale contact. Ik begon me af te vragen: hoe voelt het om in je dagelijkse leven zó afhankelijk te zijn van andermans hulp? Wat doet dat met een mens? Waar vind je dan nog geluk?”
Kim Brand, een bevriende regisseur, zag Narings hilarische Facebookposts – vol zelfspot – over zijn bloeiende carrière als thuiszorgman voorbijkomen. Samen pitchten ze het idee voor een documentaireserie bij Dorst, een productietak van de VPRO. Het resultaat is De thuiszorgman. Een ontwapenende serie waarin Narings een inkijkje geeft in de leefwereld van zijn cliënten. De eerste aflevering is op 3 augustus online te bekijken bij NPO 3Lab, een internetplatform van de VPRO.
Narings: “Ik heb met m’n ADD-hoofd ontzettend veel last van uitstelgedrag. Dus ik had echt een schop van Kim nodig om in beweging te komen.”
Eerder maakte Narings als zelfgeschoold regisseur videoclips voor bandjes als Opgezwolle, Voicst en The Opposites. Hij acteerde in een paar korte films en reclames, en bedacht samen met Dennis van de Ven sketches voor de absurdistische televisieseries Lachzalf en Nieuw dier. In 2010 presenteerde hij zijn eerste documentaire, The simple things in life, over de ingewikkelde relatie met zijn vader.
Thuiszorgorganisatie Cordaan was in eerste instantie niet enthousiast over ons plan, zegt Narings. “Maar ik heb steeds weer benadrukt dat het géén afzeiktelevisie in de stijl van Man bijt hond of Paradijsvogels zou worden. Ik laat vooral mijn eigen gestuntel zien – ik ben allesbehalve wereldkampioen ramen lappen, maar ik doe echt m’n fucking best. Voor veel van mijn cliënten is het leven een dagelijks gevecht met hun eenzaamheid, met hun tegenwerkende lijf of met hun depressie. Daar willen we recht aan doen.”
Toch wordt er veel gelachen in De thuiszorgman. Zuigende, Amsterdamse galgenhumor houdt veel van Narings cliënten juist op de been. Zo schampert de rolstoelgebonden Rogier over zijn catastrofale hersenbloeding: “Tijdens de seks is er een vat geknapt. That was one hell of an orgasm – ik heb er nog steeds last van.”
Narings: “Door het werken in de thuiszorg ben ik heel anders naar het leven gaan kijken. Het kan zó over zijn, of totaal anders lopen. Dat proberen we te laten zien. Het is ook heel confronterend. Ellie, een van mijn vaste cliënten, zie ik vaker dan m’n eigen moeder. Regelmatig kom ik bij eenzame, oude mannen die zichzelf helemaal hebben laten verslonzen en niet om hulp durven vragen – precies zoals mijn vader.”
www.miguelnarings.nl / www.npo3lab.nl
Het Parool / Kunst & Media, 1 augustus 2015