Het Rotterdamse V2_Institute for the Unstable Media houdt zich bezig met de kruisbestuivingen tussen kunst, technologie en nieuwe media. Op zogenaamde Test_Lab avonden presenteren kunstenaars en nieuwe media techneuten hun werk aan elkaar en aan het publiek. Een terugblik op twee van deze bijeenkomsten.
DANIËL BERTINA
Het heeft iets van een verstopt superheldenlabotarorium. In een hoge loods aan de Eendrachtsstraat in Rotterdam ligt het V2_Institute for the Unstable Media. Om de paar maanden organiseert V2 hier de zogenaamde Test_Labs: presentatieavonden waarop verschillende (nieuwe media) kunstenaars en techneuten hun werk aan elkaar tonen en toelichten. Zoals de naam al suggereert: vrijwel alles wat hier wordt gepresenteerd is een work in progress en nog niet helemaal uitgekristalliseerd. De Test_Labs tonen verschillende schetsen, prototypes en ideeën – die vervolgens in een bijna theatrale vorm worden gepresenteerd. Publiek is welkom en mag gratis naar binnen.
Wortels
Het initiatief van de Test_Labs stamt uit 2006. De wortels van V2 als ‘interdisciplinair centrum voor kunst en mediatechnologie’ liggen echter in de kraakbeweging van de jaren tachtig, toen grondleggers Alex Adriaansens en Joke Brouwer een experimenteel multimediacentrum begonnen in een kraakpand in Den Bosch. Sindsdien heeft V2 zich ontwikkeld tot een ‘internationaal medialaboratorium’ en organiseert presentaties, workshops, tentoonstelling en onderzoek.
Bezoekers (van leek tot freak) van V2 in Rotterdam worden ontvangen in een informele, forumachtige setting. En, van harte aangemoedigd om met de gedemonstreerde interactieve (kunst)werken te spelen, met elkaar in discussie te gaan en feedback te geven om zo de evolutie van het werk te bespoedigen. Althans, dat is de gedachte. Samen met een aantal collega-critici bezocht ik twee van deze Test_Lab: Intimate Interfaces – over de rol van intimiteit in private en publieke ruimtes (december 2009) en Test_Lab: Tools for Propaganda – over hoe technologie de menselijke blik op de wereld kan beïnvloeden (maart 2010). Er was een opvallend verschil tussen beide avonden: de een toonde vooral rauw experiment, de ander grotendeels kant-en-klare projecten.
Intimate, foto: Lotte Stekelenburg
Wat was er te zien?
Intimate Interfaces toonde een aantal technische vondsten, die zich nog erg in het spannende onderzoekstadium bevonden. De avond begon desoriënterend met de surreële lezing van de Italiaanse filosoof, activist en mediatheoreticus Franco ‘Bifo’ Berardi. Zijn hyperactieve tirade was zó onsamenhangend en onbegrijpelijk – de politieke implicaties van het verschil tussen connectivity en connectablily, bent u daar nog? – dat ik even dacht dat we hier te maken hadden met een geniale persiflage. Dat bleek niet het geval.
Toch was er veel interessants te beleven. Karen Lancel en Hermen Maat lieten een handvol nieuwsgierige toeschouwers zich hullen in hun Tele Trust Data Veil: een soort boerka behangen met allerlei sensoren, waarmee de drager zich zowel kan afsluiten van de buitenwereld én door een Wifi verbinding via het internet met andere Data Veil dragers kan communiceren.
“Al sinds de jaren negentig werken we samen met V2,” vertelt Karen Lancel in een terugblik op de avond. “We gebruiken die presentatiemomenten om technische aspecten van onze draagbare interfaces verder te ontwikkelen. De techniek is bij ons zowel het medium als de inhoud – het vertelt een verhaal over sociale beleving en ontmoeting. De Tele Trust Data Veil is een stap in een groter onderzoek naar de werking van het lichaam als herinneringsruimte.”
“Onze presentatie van de Tele Trust Data Veil verliep in technisch opzicht goed, maar we misten het sociale aspect. We hebben de Data Veil later ook op straat tussen het winkelende publiek getoond en op verschillende festivals. Het is belangrijk om het werk in verschillende contexten te laten zien en de publieksreacties te verwerken. We hebben die avond wel hele interessante, technische feedback gekregen. Op basis daarvan hebben we nu een applicatie gemaakt voor touchphones (zoals de Iphone) en personal devices zoals Twitter, waarmee de buitenstaanders op allerlei manieren contact kunnen maken met de persoon in de sluier. Bijvoorbeeld door ze te strelen, op afstand. In augustus presenteren we de Data Veil op de Wereld Expo 2010 in Shanghai. Ik ben heel benieuwd naar hoe het Chinese publiek op de Data Veil zal reageren.”
Analoog
Vreemde eend in de bijt tussen al deze techneuten was de Australische body architect Lucy McRae. Zij gaf een PowerPoint-presentatie van haar lichaamskunst en werkervaring bij de experimentele Probes denktank van Philips Design. Hier werkte ze aan zogenaamde sensitive technologie, in de vorm van mode en juwelen die kunnen reageren op de emotionele gesteldheid van de drager.
McRae’s meer actuele werk als zelfstandig kunstenaar – niet langer onder contract bij Philips – blijkt echter opvallend analoog. Denk daarbij aan surrealistische fotoportretten van modellen, beplakt met duizenden tandenstokers of een videoclip waarin een huid van honderden wattenstaafjes met veelkleurige inkt wordt besprenkeld. Als menselijke kameleon. Het is een bewuste keuze om nu vooral analoog te werken, aldus McRae. Deels vanwege het feit dat hightech toepassingen van haar ideeën op eigen initiatief veel moeilijker te realiseren zijn. Op het Test_Lab in december voelde ze zich naar eigen zeggen een beetje een buitenstaander. Wat haar rol tijdens de avond – als kritische evaluator van het werk van de andere makers – overigens wel ten goede kwam.
Bare Conductive, foto: Jan Sprij
Bewegingsmuziek
De Britse kunstenaars Isabel Lizardi en Matt Johnson van Bare Conductive gaven de meest theatrale demonstratie op Test_Lab: Intimate Interfaces. Twee spelers, deels ingesmeerd met een speciaal daarvoor ontworpen geleidende zwarte verf, dansten over een aantal vloersensoren – aangesloten op een versterker en geluidsprogramma. Door fysiek contact te maken ontstond zo een soort abstracte, elektronische ‘bewegingsmuziek’.
Over de kwaliteit van de dans en de voorgebrachte kakofonie van geluid was natuurlijk wel wat af te dingen, maar dat was op deze avond totaal niet relevant. Een presentatie zoals die van BearConductive toont de mogelijkheden die nieuwe technologie geïnteresseerde professionals uit dans en theater te bieden heeft. Het publiek – grotendeels bestaande uit collega-techneuten, studenten en kunstenaars – deed in ieder geval enthousiast mee.
Gevraagd naar een reactie op de avond is ontwerper Matt Johnson zeer te spreken over Intimate Interfaces: “Voor ons was het Test Lab een ideale setting om ons werk te tonen. V2 gaf ons een mogelijkheid om onze technologie tot het uiterste te pushen en nieuw materiaal uit te proberen. We kregen enthousiaste publieksreacties. Daarnaast kregen we ook hele specifieke, technische adviezen van bezoekers en collega-ontwerpers. Het V2 Test_Lab format draait om experiment en schept zo een hele veilige omgeving voor demonstraties en performances die soms verre van perfect zijn. Onze toepassing van de Bear Conductie inkt was bijvoorbeeld voor ons gevoel maar deels geslaagd, maar de enthousiaste reacties en waardevolle gesprekken na afloop maakten heel veel goed. We zijn tot ver na sluitingstijd blijven hangen.”
Digiprop
Met de vrolijk anarchistische Test_Lab: Intimate Interfaces in het achterhoofd was Test_Lab: Tools for Propaganda, drie maanden later te zien in V2, eigenlijk een stuk braver. De avond begon met een weliswaar informatieve maar droge lezing door de Italiaanse mediacriticus Alessandro Ludovico over het fenomeen spam, en de macht van Googles persoonsgebonden datavergaring. Daarna werden er een aantal projecten getoond die – zeker in vergelijking met de voorgaande Test_Lab – al veel meer ‘af’ waren. Of zelfs al technisch sterk verouderd, zoals in het geval van de Franse mediakunstenaar Maurice Benayoun en zijn fotoanimatie World Skin, a Photo Safari in the Land of War, stammend uit 1998. Volgens kenners is World Skin een monument in de geschiedenis van de interactieve virtual reality kunst en werd ooit bekroond met de Golden Nica op het Prix Ars Electronica festival. Ongetwijfeld binnen een overzicht van de historische ontwikkeling van de nieuwe mediakunst wel interessant, maar misschien niet op z’n plaats in de experimentele sfeer van zo’n Test_Lab.
Schouderophalen
Andere werken op Tools for Propaganda waren vooral amusant. Zoals de onzinversie van wikipedia – Uncyclopedia – die op een aantal computers kon worden bekeken. Deze website maakt gebruik van de open source zoekmachine van wikipedia om bij elke ingevoerde term een enorme berg komische flauwekul te produceren. Om u een idee te geven, zo leest de Uncyclopedia op haar startpagina: ”Wik’ may be confused with ‘Wiki wiki’, which is the onomatopoeia for turntable scratching. It must not be confused with ‘wee-wee’ which is something completely different.’ – Leuk als commentaar op de wikipediafisering van de wereld. Maar het biedt de bezoeker niet veel meer dan een moment van grijnzend schouderophalen.
En wat te denken van de Zwitserse kunstenaar Marc Lee en zijn mediazoekmachine Breaking The News – Be a News-Jockey? Waarmee de bezoeker in staat wordt gesteld om de mediastroom van nieuwsbeelden en berichten op het internet met één muisklik en een aantal zoektermen om te vormen tot een nieuwe collage van beeld, tekst en geluid. Als het officiële nieuws u niet aanstaat of niet vermakelijk genoeg is, bouwt u met Breaking The News – Be a News-Jockey een nieuwsonderwerp geheel naar eigen smaak.
Dit werd gevolgd door een presentatie van het Artvertiser apparaat van de Nieuw Zeelandse ontwerper Damian Stewart. Met één blik door deze uit z’n krachten gegroeide verrekijker kan de gebruiker de schreeuwerige reclamebulletins overal op straat vervangen door beeldende kunst naar keuze. Gevraagd of dit een voorstudie was voor een antikapitalistische Adbuster-applicatie voor de Iphone hield Steward zich echter op de vlakte.
Onaf?
Waar Intimate Interfaces een aantal interessante, en vooral uitdagende mogelijkheden toonde waarop cutting edge techniek een kunstzinnige toepassing kan krijgen, had Tools for Propaganda vooral de toon van gezagsondermijnende, cultuurkritische grap. De laatste leek niet – of in veel mindere mate – uit te zijn op feedback en wisselwerking met kunstenaars en bezoekers; wat de eerdere Test_Lab avond nu juist zo charmant maakte. Terugkijkend op beide Test_Labs is het de vraag welke presentatievorm van dit soort onaffe, experimentele kunstprojecten het meest effectief is. Ik neig naar de eerste.