Godfather van de Nederlandse graffiti geëerd

Het Parool / Kunst & Media (29 juni 2011)

Journalist Martijn Haas schreef een boek over de godfather van de Nederlandse graffiti: de jong gestorven kunstenaar Ivar Vics, alias Dr. Rat. ‘Hij schiep zijn eigen mythe.’

DANIËL BERTINA

 

Nee, de deur van het telefoonhokje in Café Scheltema zal niet worden verkocht, zegt de barman nuchter. “Er wordt wel eens gevraagd die originele tag van Dr. Rat dan misschien tegen een vergoeding kan worden losgezaagd. Maar dan zitten we met een gat in ons honderd jaar oude interieur. Dus dat lijkt me niets.”

Onder zijn alias Dr. Rat ontpopte Ivar Vics (1960 – 1981) zich eind jaren zeventig als één van de meest inspirerende figuren van de Nederlandse graffiti-, kraak- en punkscene. Hij liet door de hele stad zijn sporen na, ook al zijn die nu grotendeels door bewonderaars geroofd. Vandaag is hij dertig jaar dood, maar de herinnering aan Vics is nog springlevend.

Hij was de godfather van de Nederlandse graffiti, zegt journalist Martijn Haas (1971). In navolging van zijn boek Stads Kunst Guerrilla; kunst, muziek & terreur 1978-1981 over de opkomst van de SKG, een groep anarchistische provocatiekunstenaars die eind jaren zeventig de stad ‘terroriseerden’ met wilde kunstacties in de openbare ruimte, schreef Haas onlangs een tweede deel in zijn serie over de undergroundgeschiedenis van Amsterdam. Ditmaal over een andere spilfiguur uit de scene: Dr. Rat.

Dr. Rat, godfather van de Nederlandse graffiti komt 29 juni – Vics’ sterfdag – uit bij Lebowski Publishers. De dag is door Haas en Lebowski gebombardeerd tot Dr. Rat Memorial Day met een tentoonstelling in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, en een wedstrijd voor aanstormend graffititalent: de Prix du Graffiti bij Talentfactory De Valk in Noord.

Op basis van tientallen lange interviews met Dr. Rats vrienden, geliefden, geestverwanten, familieleden en rivalen schept Haas een tragisch beeld van een jonge kunstenaar, die kapot ging aan zijn maniakale intensiteit.

“Die jongen had een ontzettende heftigheid in zich. Hij was ontzettend getalenteerd en experimenteerde met allerlei typografische stijlen in zijn ontwerpen, drukwerk, tags en muurschilderingen. Maar hij is ook als een tornado door talloze levens geraasd. Iedereen die ik heb gesproken heeft hem op een andere manier meegemaakt. Niemand leek hem écht te hebben gekend.’

Er was in die tijd al wel politieke graffiti en ook Hugo Kaagman maakte zijn stencil street art, aldus Haas, “maar Vics was echt de eerste die puur vanuit persoonlijke en artistieke drang op de muren ging schrijven – om zichzelf door die hele stad terug te kunnen zien. Dat is ook wat hedendaags graffitikunstenaars zo in hem waarderen. Hij schiep met zijn alter ego Dr. Rat zijn eigen mythe en die mythe ging een eigen leven leiden.” Haas haalt zijn schouders op: “Daar draag ik met dit boek natuurlijk ook weer aan bij.”

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=9p-m-b7RQMA[/youtube]

Vics’ beide ouders waren ex-Rietveldstudenten, en spoorden hun losgeslagen zoon aan om ook die opleiding te volgen. Haas: “Vaak liep hij gewoon het open atelier van de Rietveld binnen en ging daar zitten werken. Hij was zo iemand die met een combinatie van arrogantie en Amsterdamse branie overal kon binnenkomen.” Vics stierf vlák nadat hij zich officieel als student had ingeschreven, en zichzelf ook nadrukkelijk als kunstenaar was gaan profileren.

“Dr. Rat heeft veel rauwe, thrashy punkdingen gemaakt. Maar in het boek toon ik vooral een aantal van zijn laatste kunstwerken. Toen was hij echt op weg om een hele interessante kunstenaar te worden.”

Het was echt een andere tijd, benadrukt Haas. Drugs werden niet uitsluitend gebruikt voor de genotzucht, maar dienden ook als antiburgerlijk statement of verlengstuk van de creativiteit en spiritualiteit. Hoe het ook zij, door woeste drugsconsumptie pleegde Vics roofbouw op zijn lijf. Hij leed aan hepatitis B – vermoedelijk opgelopen door vuile injectienaalden – en stierf in 1981, nadat hij even daarvoor in kraakpand De Uilenburgt ter provocatie van de aanwezige krakers, junks en punks een volle colafles methadon achterover had geslagen.

Toen Haas in 2006 begon met zijn onderzoek naar de geschiedenis van de Amsterdamse punk- en kraakbeweging van de vroege jaren tachtig, bleek het een onderwerp te zijn waar nog weinig over was geschreven. Hij hield talloze interviews en speurde in de archieven naar oude krantenberichten en do it yourself punkblaadjes. “Die periode heeft mij van jongs af aan gefascineerd – het is een tijd waarin alles leek te kunnen in Amsterdam. Maar ik geef toe dat we die tijd nu ook wel verdomd heftig aan het mythologiseren zijn.”

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=mMddx5cLSUA[/youtube]

Op de achtergrond geeft Dr. Rat, godfather van de Nederlandse graffiti ook een maatschappelijk beeld van Amsterdam in de desolate jaren zeventig en tachtig, met de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen en de atoomdreiging die op de loer lag.

Bijna alle centrale figuren van de punk- en kraakbeweging uit die tijd leden onder het tweede generatiesyndroom, zegt Haas. “Vader Vics kwam uit Letland en heeft de communistische invasie moeten ontvluchten. Het was een hele slimme man, maar ook een ontzettende betweter die beschadigd was door zijn ervaringen. Dat heeft ongetwijfeld op Ivar doorgewerkt. Dat herken ik. Ik ben van joodse afkomst, en in mijn jeugd werd totaal niet over de oorlog gesproken. Met dit boek heb ik nu – via andermans verhalen – ook iets van mijzelf laten zien.”

www.lebowskipublishers.nl

www.martijnhaas.nl