La Fin Du Western is schreeuwende, stampende en spuwende tirade tegen de absurde machtsstrijd in Ivoorkust

Cultureel Persbureau / De Dodo (1-10-2011)

DANIËL BERTINA

“Ik ben gék op westerns,” zegt een van de Afrikaanse spelers. “Want je weet altijd hoe ze aflopen. Duidelijk. Met maar één winnaar.” Op de speelvloer staan vier soepel rondkronkelende, stampend dansende, afgetrainde performers uit Ivoorkust. Ze vormen een schril contrast met hun medespelers: twee houterige, yoghurtbleke en ongecoördineerde Duitse acteurs. De Afrikanen spreken Frans, de Duitsers meestal Engels. De rest van La Fin Du Western is – op z’n zachts gezegd – wat minder helder te duiden. Het is ontregelend, rauw, bij vlagen zeer irritant en onoverzichtelijk, maar ook een geweldige theaterervaring.

Als thema lieten theatermakers Monika Gintersdorfer en Knut Klaßen zich inspireren door de recente machtsstrijd in Ivoorkust. Na een chaotisch verlopen verkiezingsrace in 2010 – gepaard met fraude, vriendjespolitiek en intimidatie – claimden twee politici de overwinning: de ex-marxist en Afrikaanse  Hugo Chavéz-in-de-dop Laurent Gbagbo, en de neoliberaal en grote vriend van het Internationaal Monetair Fonds: Alessane Ouattara. Het leidde tot een maandenlang voortwoekerend conflict tussen beide heethoofden en hun aanhang. Gbagbo verschanste zich in zijn bunker en delfde uiteindelijk het onderspit. Hij werd eerder dit jaar definitief uit het zadel getrapt.

Midden op de speelvloer staat een aantal aluminium schotten, die samen een hoog rechthoekig hok vormen: Gbagbo’s bunker. De Afrikaanse performers staan vlak voor het publiek, één voor één grijpen ze een draadloze microfoon en beginnen op drammerige toon en met veel woeste gebaren en schokkerige bewegingen uit te leggen hoe het nou écht zit in Ivoorkust, met al dat politieke gekonkel. En wie er gelijk heeft. En ook: dat die hypocriete westerlingen eigenlijk geen enkel recht van spreken hebben en zich met hun eigen zaken moeten bemoeien.

Deze woordenstroom wordt gedragen door een gouden vondst: acteur Hauke Heumann, die met een paniekerige blik, vet Duits accent en onbeholpen motoriek in hoog tempo de Franstalige tirades van de Ivorianen in het Engels probeert te vertalen. Onbegonnen werk. En dat speelt Heumann met geniaal komische timing, waardoor de spannende, opgefokte retoriek van de Afrikaanse spelers in de vertaling een hilarische extra laag krijgt.

Maar dan. “Ja! Het is een democratie hier,” roept Heumann met overslaande stem, namens zijn Ivoriaanse collegae. “Je mag meekomen of je mag blijven zitten.” De spelers rennen de tribune op en jagen een deel van het publiek als vee richting Gbagbo’s bunker op de speelvloer. Daar speelt zich een soort grimmig ontgroeningritueel af, buiten het zicht van de toeschouwers op de tribune. Midden tussen het bijeengedreven publiek in de bunker wordt afwisselend steeds een van de dansers omringd door de anderen. Als drilsergeants krijsen ze hem op hoog tempo commando’s in de oren. “ZIT! LIG! SPRING!” – terwijl hij als een epilepticus door de massa schudt. Je voelt je bijna medeplichtig.

Sommige toeschouwers lopen terug naar hun plaats. Vlak voor de tribune staan de andere spelers halleluja’s te roepen, en “God is ons leger! God is ons wapen!” Even later moeten toeschouwers op de eerste rijen zelfs het welgemikte spuug van één van de razende spelers ontwijken.

Pro-Gbagbo of Pro-Ouattara? Het is niet meer van elkaar te onderscheiden. Heen en weer lopen tussen speelvloer en tribune blijft mogelijk, maar het fanatisme is overal. De good guy is niet meer te benoemen. Zo maakt La Fin Du Western de tragische absurditeit van de Ivoriaanse situatie voelbaar. Want hoe kies je partij als alle alternatieven afstotelijk zijn?

La Fin Du Western, door Monika Gintersdorfer en Knut Klaßen. Gezien vrijdag 30 september in de Kleine Zaal. Verder nog op zaterdag 1 en zondag 2 september.