Beeldbouwers /// Theatermaker en scenograaf Rieks Swarte

Theater! jaargang 2, nr. 4, 2011

DANIËL BERTINA

‘Het zijn van die zeldzame momenten in je carrière: als zonder veel problemen een voorstelling vreselijk goed lukt’, zegt theatermaker en scenograaf Rieks Swarte (62). ‘Voor mij was dat toen ik in 2003 samen met regisseur Liesbeth Colthof – toen bij Huis aan de Amstel, wat nu De Toneelmakerij heet – een bewerking maakte van De Hongerende Weg, het monumentale boek van de Nigeriaanse schrijver Ben Okri. Het hele project heeft van idee naar uitvoering ongeveer tien jaar geduurd. Het voelde eerst godsonmogelijk, want De Hongerende Weg is een enorm complex epos met talloze zijwegen. Liesbeth bleek gelukkig geweldig goed te zijn in het plakken en knippen in de tekst. Zo konden we het condenseren tot twee uur.

De Hongerende Weg is een magisch verhaal. Een prachtige sage die zich afspeelt in de hedendaagse tijd. Het toont mensen die in grote armoede leven, maar ze weten te overleven en hun waardigheid te behouden. Het verhaal draait om een zogenaamd Abikukind. Een heel bijzonder kind, dat voor de helft in de geestenwereld leeft en voor de andere helft in onze wereld. Maar aan een Abikukind wordt altijd getrokken. De geesten willen dat hij weer naar de geestenwereld terugkeert, maar hij heeft ook ouders in onze wereld die zielsveel van hem houden.

Een goed ontwerp moet meer doen dan alleen de handelingen op het podium soepel laten verlopen. Het moet ook inhoudelijk aansluiten bij het verhaal. De voorstelling speelt zich af in Nigeria en gaat – de titel zegt het al – over een weg waaraan de personages wonen. Dat beeld hebben we letterlijk genomen door dwars door de zaal een soort catwalk te maken waar de acteurs op speelden. Het publiek zat aan weerskanten. Tegen de beide zaalmuren hingen twee grote schilderijen waar ik erg trots op ben: een realistisch stadsgezicht en een schilderij van het oerwoud. Gemaakt van papier, lekkende verf en beschilderd gips, klei en veel aardse kleuren. Daarnaast heb ik van klei, gips en papier-maché een aantal poppen gemaakt, die functioneerden als figuranten en personages in het spel. Veelal goden en geestverschijningen, maar ook een enorme boxer van drie meter hoog.

Ter voorbereiding ben ik naar Benin gereisd om daar inspiratie op te doen. Nigeria was toen te gevaarlijk. Het theater in die landen is heel opmerkelijk. Als er in een dorp een voorstelling of parade is, komt het publiek helemaal om de spelers heen staan. Daar wordt het theater als het ware ingekapseld door het publiek, terwijl bij ons die scheiding tussen acteurs en toeschouwers veel scherper is. Die scheiding heb ik met onze catwalk geprobeerd op te heffen. Daardoor moesten de acteurs op een totaal andere manier spelen. Het was een ingewikkeld project, maar dankzij de onderlinge samenhang van al die verschillende elementen is De Hongerende Weg uitzonderlijk goed gelukt.

We speelden de voorstelling eens in het Rozentheater voor een zaal vol pubers uit de Bijlmer. Veel van hen waren nog nooit naar toneel geweest. Maar binnen vijf minuten na aanvang ging die hele club helemaal op in het verhaal. Met deze voorstelling namen we de Afrikaanse roots van die kinderen heel serieus, en dat voelden ze. Met volle overgave wierpen ze zichzelf er voor de volle twee uur in. Dat was heel memorabel. Theater zet dan echt iets in beweging.’

www.firmarieksswarte.nl