Kunstenaar Linda Molenaar probeerde zelf een kippenei uit te broeden. De tentoonstelling Octavio & I bij 2x2projects is een verslag van haar surrogaatzwangerschap.
DANIËL BERTINA
“Mensen vragen vaak of ik dierenactivist ben, maar nee,” zegt Linda Molenaar. Geen rare vraag, want de machtsverhouding tussen mensen en dieren is een terugkerend thema in haar werk. Al tien jaar verwerkt zij dierlijke materialen in haar kunst: botten, huiden en haren. Ze verscheurde, verkleed als vos, in Foxy (2008) eigenhandig een dode kip, en bouwde een modelvliegtuigje van zwanenbotten (Vogelvrij, 2001).
“Onze relatie met dieren zegt iets over ons mens-zijn,” vertelt Linda Molenaar (Beverwijk, 1972). “Er is iets mis met onze consumptiedrift. Ik speel met die gedachte, maar ben niet zo moralistisch. Ik gebruik dieren als metafoor en probeer met mijn kunst een soort nieuwe, direct herkenbare spreekwoorden te maken.”
De tentoonstelling Octavio & I – met video, beelden en performance – draait om Molenaars poging zélf een kippenei uit te broeden. De expositie is het resultaat van haar afstudeerproject aan de DasArts opleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, die ze vorig jaar voltooide.
Octavio & I is tot en met 20 maart te zien in 2x2projects aan de Veemkade. De bijbehorende vervreemdende performance, waarin Molenaar verkleed als levensgrote kip – letterlijk – op stok gaat, is elke zaterdag te bekijken.
Op 1 mei vorig jaar begon Molenaar aan haar broedproject met zeventien eieren van de raskippensoort Silver Sebright Kriel. Eén ei werd ingesnoerd in een broedbuidel om haar buik, eentje ging tussen haar borsten en de rest ging als reserve in een broedmachine.
Op haar weblog legde ze haar ervaringen en gedachten over deze surrogaatzwangerschap vast in korte essays en ontwapenende filmpjes.
“Het werk is een speelse fantasie. Alsof het me wél is gelukt,” zegt Molenaar. Want helaas: het ei in de buidel kwam een heel eind maar bleek na achttien dagen toch onvolgroeid te zijn. Alleen zes kuikens uit de broedmachine waren levensvatbaar. Eén van hen doopte ze Octavio.
“Het is een goede burnout remedie,” lacht Molenaar. “Ik ben altijd heel erg druk, maar kwam tijdens dat broeden helemaal tot rust.”
Linda Molenaar ontdekte de performancekunst via het beeldhouwen. In 1997 studeerde ze af aan de beeldhouwopleiding van de Constantijn Huygens Academie en volgde een aansluitende stage bij de Belgische kunstenaar Jan Fabre.
“Ik ben steeds meer zélf in mijn eigen beelden gaan kruipen. Ik wilde meer leren over die podiumkant van kunst. Hoe zorg je dat het interessant én toegankelijk blijft? Zo kwam ik uit bij DasArts.”
In het prachtige Still life live (2005) hing ze zichzelf, verkleed als geschoten hert, aan één been ondersteboven op. Als menselijk jachtstilleven. Dertig pijnlijke minuten lang. Ook haar optreden als kip bij Octavio & I wordt een vergelijkbare uitputtingslag.
“De eerste keer dat ik die performance deed viel ik na twintig minuten van m’n stok. Het is heel zwaar om te blijven zitten. Maar de duur is belangrijk. Zo wordt je inzet en betrokkenheid voelbaar.”
Linda Molenaar exposeerde bij galeries in de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en België. Daarnaast geeft ze als freelancer les op onder andere de Rietveld Academie, en werkt bij De Nederlandse Opera en het Nationale Ballet als figurant, kleedster en rekwisiteur.
Haar kunst wordt soms vergeleken met het werk van Koen Vanmechelen: een merkwaardige Belgische kunstenaar die met een uitgebreid fokprogramma probeert de ultieme, utopische kippensoort te kweken. Of dichter bij huis: shockart kunstenaar Tinkebell met haar opgezette huisdieren.
“Ik duik liever in mijn eigen sprookjeswereld,” zegt Linda Molenaar. “Die probeer ik zó realistisch te maken dat het bijna echt lijkt. Dat is mijn poëzie. In een wereld van schreeuwers wil ik niet voor de schreeuwaanpak gaan. Ik verstop me liever en hoop dat mensen me vinden.”
linda.molenaar.nu / www.2x2p.com
Het Parool / Kunst & Media (1 maart 2010)