Het Parool / Kunst & Media (28 april 2010)
De Israëlische fotograaf Michal Chelbin raakte gefascineerd door Oost-Europese worstelaars. The Black Eye, haar eerste solotentoonstelling in Nederland, is te zien bij Witzenhausen Gallery.
DANIËL BERTINA
“De wereld is een hele rare plek met veel verschillende dimensies,” zegt fotograaf Michal Chelbin in een skypegesprek vanuit Israël. “De mens zit vol tegenstrijdigheden, en kan op hetzelfde moment zowel sterk als zwak zijn. Dat wil ik laten zien.” In haar fotoserie The Black Eye toont ze jonge atleten en worstelaars in Oekraïne en Rusland. Stoer, spijkerhard en taai, maar vaak met een ontwapenende blik.
The Black Eye is een verzameling vervreemdende beelden. Twee jonge worstelaars liggen in het sapgroene gras van een Oekraïens bos – ontspannen, maar verstrengeld in een houdgreep. Op een andere foto kijkt een blond meisje stoer in de lens, ondanks haar zuurstokroze worstelpakje en een grote pleister op haar schouder. De geportretteerden zijn deels kind, deels volwassen. Afgetraind, uitgeput en energiek, maar altijd kwetsbaar.
In haar verstilde foto’s zoekt Michal Chelbin (Haifa, 1972) vaak dit soort visuele contrasten. Een selectie uit haar werk is tot en met 22 mei te zien bij Witzenhausen Gallery in de Hazenstraat. The Black Eye is haar eerste solotentoonstelling in Nederland.
Voor een eerdere fotoserie, Strangely Familiar (2003-2006), volgde Chelbin rondreizende circusartiesten en acrobaten in Oost-Europa, vooral in Rusland en Oekraïne (het geboorteland van haar vader). Bij toeval stuitte zij toen op de lokale, zeer fanatieke worsteltraditie.
“Ik zag daar een worstelcompetitie en was verbijsterd. In een staat van totale uitputting na afloop van een partij, leken die worstelaars diep in het oneindige te staren. Heel intens. Die meditatieve momenten van overgave probeer ik in mijn foto’s te herscheppen.”
Dat werd The Black Eye. Volgende maand wordt het werk als boek uitgegeven bij het Amerikaanse Twin Palms Publishing. Later dit jaar zijn de foto’s te zien bij galeries in New York en Los Angeles.
Michal Chelbin studeerde fotografie aan de WIZO Haifa Academy of Design & Education, en exposeerde bij tientallen internationale galeries, waaronder de National Portrait Gallery in Londen en het Tel Aviv Museum of Art. Tijdens haar dienstplicht werd Chelbin als fotograaf ingedeeld bij de IDF Spokesman Unit: de media-afdeling van het Israëlische leger. Zo kreeg ze veel ervaring met fotograferen op ongebruikelijke locaties, tijdens oefeningen en veldtrainingen.
“Ik herinner me dat ik toen al begon met de beelden te regisseren, hoewel dat vaak niet de bedoeling was,” zegt Chelbin. “Die arme soldaten moesten van mij niet één keer langs rennen, maar steeds weer opnieuw totdat ik het perfecte shot te pakken had. Eigenlijk was het een goede leerschool.”
“Toch vind ik vind de pure documentairefotografie veel te saai. Ik zoek een element van terloopsheid in mijn foto’s, terwijl ik probeer een contrast scheppen tussen het alledaagse leven en de fantasie. Ik zoek het moment waarop die twee samenvallen.”
De foto’s in The Black Eye lijken spontaan te zijn genomen, maar worden allemaal zorgvuldig in scène gezet. Daarbij wordt Chelbin ondersteund door haar echtgenoot, producent en cinematograaf Oded Plotnizki.
Het echtpaar is net terug van een fotoshoot voor het Israëlische modelabel Comme il Faut, en maken zich op voor weer een reis naar Oekraïne. Ditmaal in het kader van een nieuw, lopend project genaamd Locked: een serie portretten in vrouwen-, mannen- en kindergevangenissen.
“Het draait bij Michal vooral om storytelling,” zegt Plotnizki, die ook even is aangeschoven. “Ze slaagt erin om met één beeld een gelaagd verhaal te vertellen. Veel van die worstelaars in The Black Eye leiden een heel zwaar leven, maar we proberen hen altijd met respect te portretteren. Om hun menselijke waardigheid te laten zien.”
Het kost veel tijd, aandacht en energie voordat iemand zichzelf bloot durft te geven aan de camera, vertelt Michal Chelbin. “Ik werk met analoge film en maak bewust geen proefopnames. Dat dwingt mij alle beelden heel rustig en zorgvuldig op te bouwen, en de modellen op hun gemak te stellen.”
“Het klinkt misschien ouderwets, maar ik wil dat het beeld ooit écht bestaan heeft – en niet uit een computer komt rollen. Uiteindelijk is fotografie voor mij vooral een psychologische confrontatie. Als ik naar de persoon kijk die ik fotografeer, staart hij ook naar mij. Door fotografie kan ik mezelf in de ogen kijken – via de ander.”