De Dodo 20 april 2011
Ze zit op haar knieën. Schokkend en trillend deinst ze achteruit. Met klauwende vingers die in het luchtledige lijken te grijpen. Als een bange kat. Schuifelend beweegt de danser zich achterwaarts in een halve cirkel op de witte toneelvloer van Theater Kikker. Eén voor één stappen de vijf anderen het lege open speelvlak op, terwijl de eerste danser angstig het publiek blijft aankijken. Zo begint ‘Storm end come’. Met deze voorstelling toont de Israëlische choreograaf Yasmeen Godder de overweldigende effecten van angst op de lichamen van haar dansers. Maar echt eng wordt het niet.
Een van hen wrijft zich om de havenklap in haar oog, een ander plukt aan zijn shirt en valt achterover in een hysterische boog. Steeds wanneer de dansers alleen over het toneel bewegen ontstaan dit soort fysieke dwangneuroses. Even later komt een andere vrouw op, kruipend op handen en voeten, stram en trillend als een wandelende tak. Alle zes dansers – twee mannen, vier vrouwen – lijken af en toe expliciet een dier uit te beelden. Niet toevallig, zo vertelt Godder na afloop. In het anderhalf jaar durende repetitieproces vroeg ze haar dansers te zoeken naar een dierlijke motoriek, om zo hun persoonlijke angsten en primaire driften vorm te geven.
Het zijn claustrofobische, angstige spasmen van de individuele dansers, waarbij het publiek veelal in paniek wordt aangestaard. En het lijkt alsof Godders dansers een scala aan emoties doormaken. Ze vormen een mooi contrast met de stoere, maar ook absurdistische groepsbewegingen. Bijgestaan door een spaarzame piep-en-kraak soundscape vloeien de lichamen samen in agressieve poses van macht en arrogantie. Als een stel idiote bodybuilders staan ze met hun spierballen te pronken, als stripteasedansers maken ze hitsige neukbewegingen, zwaaien met hun vuisten als strijdlustige politici, of gooien als ijdele balletdansers met een uitgestreken smoel lenig de benen in de nek. Ook komen er een aantal – opzettelijk overdreven – lullige showdanspasjes voorbij, die met een sarcastische grijns worden neergezet.
Zo toont ‘Storm end come’ het ongemakkelijke contrast tussen de mens als brallend groepsdier, en als eenzaam, machteloos en bang individu. In een groep durft de mens zich te overschreeuwen, maar in afzondering maakt die branie snel plaats voor diepgewortelde angst en onzekerheid. Helaas blijft dit interessante idee teveel in de hoofden van de dansers hangen. Het spel gaat nergens écht over the top, en de bewegingen van angst en opschepperij worden onvoldoende uitvergroot. Dat is jammer, want door het gebrek aan een scherpe botsing tussen deze twee gemoedstoestanden kabbelt ‘Storm end come’ een beetje doelloos voort. En zo blijft de echte angst op afstand.
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=5XJn0kLckJo[/youtube]