‘Wij zijn niet meer dan redelijke dieren’

Het Parool / Kunst & Media (14 januari 2012)

In haar schilderijen toont Tessel Braam de botsing tussen de menselijke drang naar controle, en de ontembare krachten van de natuur. Haar werk is nu te zien in de tentoonstelling Redelijke dieren.

DANIËL BERTINA

Het zit er van jongs af aan in. Kunstenaar Tessel Braam (Amsterdam, 1982) verwonderde zich als kind al over volwassenen, die de natuur naar hun hand probeerden te zetten. “Als klein meisje schreef ik vurige betogen tegen het onrecht in de wereld,” zegt Braam. “Wij mensen beschikken over de rede, waarmee we ons boven de natuur proberen te verheffen. Maar dat vond ik een arrogante gedachte. We zijn niet veel meer dan redelijke dieren.”

Vandaar de titel van haar eerste solotentoonstelling: Redelijke dieren. In Galerie Vriend van Bavink aan de Geldersekade zijn 18 schilderijen te zien. De tentoonstelling duurt tot en met 4 februari.

In 2008 studeerde Braam af aan de Gerrit Rietveld Academie in de richting theatervormgeving, en ging als beeldkunstenaar aan de slag bij Werkgroep Weemoed. Twee jaar later maakte ze samen met geestverwante Cynthia Bambach onder de naam ANA/KATA de theatrale installatie In de bloei van je leven (2010), die te zien was op Festival de Parade en het Amsterdam Fringe Festival. Naast haar theaterwerk bleef ze schilderen.

De vele grijstinten, met spaarzame rode accenten, en de donkergeschilderde muren van de galerie geven Braams schilderijen een sombere sfeer. “De kleuren doen denken aan ranzigheid, verval, mistroostigheid en uitlaatgassen,” knikt ze. “Dat klinkt zwaar, maar in die tragiek zit ook een grote schoonheid.”

Op een van haar schilderijen lijkt een mensenhart te zijn vergroeid met een kamerplant. In een ander werk, even verderop, verandert de organische structuur van een landschap van links naar rechts in strakke lijnen en dwingende kolommen – alsof een architect de woeste natuur heeft proberen te ordenen. In twee portretten zijn menselijke gezichten deels veranderd in macabere dierenkoppen. Voor één daarvan stond een krantenfoto van Frits Bolkestein model – op het doek is het gezicht van de oud-politicus veranderd in een soort gerimpelde zeeleeuw.

Door het licht van een krachtige kweeklamp in de hoek van de galerieruimte krijgen de schilderijen een warme, vervreemdende zonneglans. Braam: “En ik ben nog op zoek naar een spannende soundscape. Ik wil dat alle elementen van de ruimte – muren, schilderijen, licht en geluid – hier kunnen samenvloeien. Net als in mijn theaterwerk.”

De kunstacademie was voor Braam vooral een zoektocht naar een eigen stijl, maar voor veel studiegenoten leek de opleiding meer een vorm van therapie, met veel gegraaf in de eigen psyche. “Op een gegeven moment dacht ik: dat kunstenaarschap is misschien niet voor mij weggelegd, want ik heb een hele fijne jeugd gehad, zonder trauma’s waar ik als lijdende kunstenaar op kan teren. Dus ik hield me maar vast aan mijn levenslange fascinatie: de spanning tussen de menselijke drang naar controle en de ontembare krachten van de natuur. Ik moest alleen nog goed leren schilderen.”

Na haar afstuderen heeft het toch nog even geduurd voordat Braam de stap naar de galerie wilde zetten. “Heel lang had ik geen behoefte om mijn schilderijen aan anderen te laten zien. Het kost veel tijd om werk te laten ontstaan, en te laten groeien.” Ze lacht en gebaart naar de galeriemuur. “Aan een aantal van deze werken heb ik jaren zitten klooien.”

Op een gegeven moment stond haar atelier helemaal vol. Té vol. Tijd voor haar eerste solotentoonstelling. “Maar het is altijd moeilijk om mijn kunst los te laten. Pas als ik er een lijst omheen timmer, durf ik te zeggen: het is af. Nu mag het worden gezien.”

Tessel Braam: Redelijke dieren. Galerie Vriend van Bavink, Geldersekade 58, te zien t/m 4/2 www.tesselbraam.nl/ www.vriendvanbavink.nl