‘Iets ongrijpbaar magisch’

Het Parool / Kunst & Media (15 december 2012)

Het Muziekpaleis – op weg naar 125 jaar concertgebouw

In 2013 bestaat Het Concertgebouw 125 jaar. In de aanloop naar dat jubileum elke week aandacht voor een andere kant van deze ‘tempel van klassieke muziek’. Vandaag over een zingende horecamedewerker.

DANIËL BERTINA

Natuurlijk is het een droom om hier ooit zélf op te treden, zegt de Zwitserse zangstudent Lydia Opilik (1983). “En dan het liefst met Vier letzten Lieder van Strauss. Maar dat zal misschien nog wel even duren.” Al iets meer dan een jaar werkt ze als horeca- en automatiseringsmedewerker bij Het Concertgebouw, maar ze richt zich tegelijkertijd op een carrière als professioneel musicus.

Opilik zit in het laatste jaar van haar bacheloropleiding operazang aan het conservatorium, kwam door de voorselectie van het Grachtenfestival Conservatorium Concours 2013, en is nu druk aan de slag met het solliciteren naar diverse young artist programmes, verspreid over Europa. Dat wordt spannend, zegt Opilik: “Die programma’s zijn een tussenstap van de studie naar de ‘echte’, professionele muzikantenwereld. Maar de selectieprocedure is heel streng, van de honderden aspiranten mag er soms maar ééntje door.”

Ze volgde in Zwitserland een studie als klassiek violist en bleef zich ook als zangeres verder ontwikkelen. Onder andere via masterclasses en lessen van Nederlandse docenten. “Nederland staat internationaal bekend om het hoge niveau van de zangtechniek,” zegt Opilik. Na het voltooien van haar studie viool was het idee om in Amsterdam nog één jaartje extra te studeren. Maar ze bleef hangen. Nu is het bijna 3 jaar verder.

Tijdens een concert in Luzern maakte ze voor het eerst kennis met het Concertgebouworkest. Opilik: “Dat was een geweldig optreden met dirigent Mariss Jansons. Maar ik wist toen nog niets over Het Concertgebouw en de legendarische reputatie van die zaal. Na mijn eerste bezoek hier – een liedrecital van Thomas Quasthoff met geweldige plaatsen: eerste rij balkon – raakte ik een beetje verslaafd. Met studentenkorting en de sprintkaartjes kwam ik hier bijna wekelijks over de vloer.”

“Je voelt hier de muziekgeschiedenis om je heen en de live-ervaring heeft in dit gebouw iets ongrijpbaar magisch, dat niet via televisie of een opname kan worden benaderd. Nu ik er werk mag ik vaak gratis naar binnen. Alleen al daarom is dit een geweldige baan.”

Het komt zelden voor dat je als jonge zanger gelijk van het conservatorium gecast wordt voor de grote operarollen, zegt Opilik. “Je kunt niet achterover leunen en hopen dat je ooit ontdekt wordt, maar je moet écht je eigen projecten realiseren. Ik droom ervan om ooit op hoog niveau opera te kunnen zingen in een groot ensemble. Toch wil ik ook het creatieve musiceren in kleinschalige projecten niet opgeven.”

Opilik komt uit een allesbehalve muzikale familie en groeide op in Schwyz, een kleine stad in Zwitserland. “Van kinds af aan had ik een hele enthousiaste muziekleraar die mij het vertrouwen gaf om mijn talent verder te ontwikkelen. Eerst leerde ik viool, later ook piano en zang. Beetje bij beetje werd ik zo geïntroduceerd in de wereld van de klassieke muziek. Eerst hield ik alleen maar van Mozart, de rest snapte ik gewoon niet. Nu heb ik in al die jaren een hele brede smaak ontwikkeld.”

Klassieke muziek zien veel mensen als ontoegankelijk en ingewikkeld. Opilik: “Daarom is het heel mooi dat het Concertgebouw ook een aantal reeksen aanbiedt waarbij het publiek op een prettige, toegankelijke manier in aanraking wordt gebracht met klassieke muziek. Zoals de serie Classics met het Nederlands Philharmonisch Orkest, of de speciale kinderprogrammering.” Ze lacht: “Niet iedereen kan zich gelijk in een 4 uur durende Wagneropera storten.”