Een glimp van hoop

Het JHM presenteert een overzichtstentoonstelling van de joodse Pools-Amerikaanse fotograaf David Seymour – ook bekend als ‘Chim’. Als fotojournalist kreeg Chim een iconische status, door op indrukwekkende wijze de grimmige aanloop én nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Europa vast te leggen. Maar altijd met een glimp van hoop.

Tekst Daniël Bertina / JCK Magazine 2018

Het is een prachtige, zonnige dag. Vier kinderen spelen op het strand van Normandië in de schaduw van een groot stuk oorlogsmaterieel, dat als een dreigende berg staal uit het zand steekt. Dit is Omaha Beach in 1947. Amper drie jaar eerder sneuvelden op dat Franse strand ruim 4000 geallieerde militairen tijdens de D-Day invasie. Hiermee werd het einde van de Tweede Wereldoorlog ingeluid. Na drie jaar is het bloed weggespoeld. De jonge generatie speelt verder.

Vernietiging en levenslust

Fotograaf David ‘Chim’ Seymour (1911-1956) maakte deze iconische foto voor zijn reportage We Went Back. In opdracht van het tijdschrift This Week volgde hij in 1947 de bevrijdingsroute van de geallieerde strijdkrachten door Europa en deed verslag van de kaalslag. Ook bezocht hij zijn geboorteland Polen. “Dat moet een surreële ervaring zijn geweest,” zegt conservator fotografie van het JCK Bernadette van Woerkom. “Want vrijwel zijn hele familie is daar vermoord. Chim legde de vernietiging vast, maar ook de energie van mensen die ondanks alles hun leven weer proberen op te bouwen. In zijn foto’s zie je de balans. Alle ellende heeft een glimp van hoop.”

Magnum Photos

Al bij leven had Chim een reputatie als een van de beste fotojournalisten van zijn tijd. Samen met geestverwanten Robert Capa, Henri Cartier-Bresson en George Rodger richtte hij in 1947 het fotobureau Magnum Photos op. Zijn veelzijdige, humanistische werk werd unaniem geprezen, maar toch is Chim bij het grote publiek minder bekend gebleven dan zijn beroemde generatiegenoten. Daar wil deze tentoonstelling verandering in brengen. De expositie van ruim 150 foto’s en ongeveer 100 tijdschriften, boeken, albums en persoonlijke documenten werd samengesteld door Cynthia Young van het International Center for Photography (New York). Nu komt dit retrospectief naar het JHM.

Verwarrend

Cynthia Young: “Chim stond bekend als een hele bescheiden man, wat dat betreft stond hij een beetje in de schaduw van zijn vriend Robert Capa. Maar ook zijn naamsveranderingen verklaren zijn relatieve onbekendheid. In 1911 werd hij als Dawid Syzmin geboren. In de jaren ’30 fotografeerde hij onder de bijnaam Chim, en na de oorlog werkte hij als David Seymour, terwijl zijn vrienden hem gewoon Chim bleven noemen. Dat was en ís verwarrend. Daarnaast is hij plotseling gestorven zonder een overzichtelijk archief na te laten. Dus zijn werk bleef verspreid achter in diverse vormen (afdrukken, negatieven, transparanten en publicaties) bij diverse opdrachtgevers, verzamelaars, vrienden en familieleden. Het heeft jaren geduurd om de boel bij elkaar te brengen.”

Dawid wordt Chim

Dawid Syzmin groeide op in een liberaal intellectueel gezin in Warschau. Vader Benjamin runde een prestigieuze drukkerij en publiceerde Jiddische vertalingen van klassiekers uit de wereldliteratuur. Dawid moest het familiebedrijf overnemen, en hij werd drie jaar naar Leipzig gestuurd voor een studie grafische vormgeving en boekdrukkunst. Daar maakte hij kennis met het nieuwe medium fotografie en de modernistische kunststromingen. Bij terugkomst was de sfeer in Polen dusdanig verslechterd, door broeiend antisemitisme en economische recessie, dat hij in 1932 uitweek naar Parijs. Hier werd hij gegrepen door het revolutionaire, linkse gedachtegoed. Dawid ging zichzelf Chim noemen (een minder exotisch/joods klinkende naam) en begon een carrière als fotograaf. Grotendeels autodidact, maar gewapend met talent.

Chim wordt David Seymour

In Parijs volgde Chim het straatactivisme van de linkse beweging Front Populaire en ging hij werken voor het communistische tijdschrift Regards. De redactie stuurde hem op reportage naar Spanje om verslag te doen van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Hij heeft daar een paar schitterende series gemaakt, waarbij hij vooral ‘om het front heen’ fotografeerde – hij toonde hoe individuele mensen zich staande probeerden te houden in het geweld. In 1939 reisde hij met een groep Spaanse bootvluchtelingen mee naar Mexico. Bij aankomst brak de Tweede Wereldoorlog uit, dus hij kon niet meer terug. Chim reisde door naar New York en liet zich in 1942 tot Amerikaan naturaliseren. Daarbij koos hij een nieuwe naam: David Seymour. Een jaar later ging hij in dienst van het Amerikaanse leger en werd in 1944 gestationeerd in Londen, waar hij werkte als luchtfotoanalist.

Met de grond gelijk

Van Woerkom: “Twee jaar na de bevrijding reisde Chim naar Europa en volgde de route van de geallieerden. Dat werd de serie We Went Back. Het zijn prachtige, dubbelzinnige beelden. Zo zie je op een foto het Roergebied in puin, met op de voorgrond een onecht kind van een Britse soldaat en een Duitse vrouw in een kinderwagen, tegen de achtergrond van de kapotgebombardeerde stad. Dood en nieuw leven komen samen. Tijdens die reportage is Chim trouwens ook even in Nijmegen en omgeving geweest. Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn thuisstad Warschau. Daar zag hij hoe het joodse getto volledig met de grond gelijk was gemaakt. Het moet een hartverscheurende ervaring zijn geweest, maar in zijn foto zie je een schoolklasje vrolijk langs de puinhopen lopen. Life goes on.”

Verweesd

Van Woerkom: “In 1948 werd Chim door UNICEF benaderd om kinderhulpprojecten in vijf Europese landen te documenteren (Griekenland, Italië, Hongarije, Oostenrijk en Polen). Dat werd zijn magnum opus: de serie Children of Europe. Onderzoeker Carole Naggar schrijft dat Chim deze kinderen beschouwde als zijn ‘spiritual family’. Het zijn iconische foto’s waarin tragiek en hoop samengaan. Zoals deze foto uit Italië: je ziet een verminkte jongen, blind en zonder armen, die ondanks alles braille leest met zijn lippen. Dit project raakte Chim persoonlijk, want hij was ook door de oorlog verweesd – alleen zijn zus heeft het overleefd.”

Het menselijke gezicht

Young: “Children of Europe is inderdaad monumentaal. Dat project kwam voort uit een diep engagement: wat doet oorlog met kinderen, de meest kwetsbare van alle slachtoffers? Die serie heeft zijn andere werk misschien een beetje overschaduwd, want Chim was meer dan alleen een oorlogswezenfotograaf. In zijn werk richtte hij zich altijd op het menselijke gezicht van grote bewegingen en conflicten. Tegelijkertijd zie je ook de vormexperimenten uit het modernisme terug. Zijn werk ademt intelligentie met een ingehouden intensiteit. Het is heel gelaagd en bedachtzaam in de composities.”

Getuige

Young: “Chim als getuige, dat was voor mij de thematische leidraad. Hij zag de meest heftige periode in de twintigste eeuw aan zijn lens voltrekken. Bij het samenstellen van de tentoonstelling putte ik uit de rijke collectie van het International Center for Photography, tot stand gekomen dankzij diverse donaties van Chims familie, en ik nam het overzichtswerk van Inge Bondi (1996) als uitgangspunt. Daarnaast dook ik in de grote collectie vintage afdrukken van Chims neef Ben Shneiderman. Ik wilde achterhalen welke foto’s gedurende Chims leven zijn gepubliceerd, welke hij zelf het meest geslaagd vond en welke achtergrondverhalen bij die foto’s horen. Sinds 1996 zijn we dankzij nieuw onderzoek veel te weten gekomen. Helaas zijn er maar weinig documenten uit eerste hand – Chim schreef weinig over zijn gedachtewereld en ideeën over fotografie. Nu tonen we vooral een feitelijk overzicht van zijn werk en levensloop. Het blijft een mysterieuze figuur.”

Pioniersstaat

Na de oorlog vestigde Chim zich uiteindelijk in Rome. Hij fotografeerde veel in het Vaticaan, werkte in het straatarme zuiden van Italië, en portretteerde beroemheden zoals Ingrid Bergman, Pablo Picasso en Maria Callas. Verder reisde hij een aantal keren naar Israël. Dat land fascineerde hem. De oprichting van die pioniersstaat was voor hem een hoopvol verhaal na de verwoesting van de Sjoa. Zijn Israëlreizen hebben prachtige foto’s opgeleverd, ook in kleur.

Sluipschutter

Van Woerkom: “Het is psychologie van de koude grond, maar het lijkt alsof Chim zich in zijn latere jaren vooral heeft beziggehouden met ‘lichte’ onderwerpen. Had hij teveel verwoesting gezien? Des te opmerkelijker is dat hij zich in 1956 tóch weer in een oorlog stortte: de Suezcrisis, waarbij Egypte in conflict kwam met Israël, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Chim wilde koste wat kost een reportage maken over de strijd, ook al was hij sinds 1939 niet meer in oorlogsgebied geweest. We weten niet waarom. Vrienden raadden het hem af, maar hij was vastbesloten. Het werd hem fataal. Op 45-jarige leeftijd werd hij neergeschoten door een Egyptische sluipschutter.”

Niet niets doen

Young: “Onderzoeker Carole Naggar heeft geschreven over Chims tragische einde. Zij denkt dat hij de cruciale fout heeft gemaakt om op avontuur te gaan met een jonge Franse collega, die als roekeloos bekend stond. Maar zeker weten we het niet. Wat vast staat is dat de Suezcrisis hem persoonlijk raakte. Het was niet zomaar een klus, maar een conflict waarin hij stelling moest nemen. Die bevlogenheid geldt overigens voor al zijn beroemde generatiegenoten. Fotografie had voor hen een sterk politiek belang. Ze móesten vastleggen wat er in de wereld gebeurde. Niets doen was geen optie. Dat is wat Chim ons laat zien.”