‘Schilderen met licht’ / expo Maria Austria

In het Prentenkabinet van het JHM is een nieuwe overzichtstentoonstelling te zien van de Amsterdams-joodse fotografe Maria Austria (1915-1975), een van de meest invloedrijke personen in de Nederlandse fotogeschiedenis. Een beeldend levensverhaal met nieuwe ontdekkingen.

Tekst Daniël Bertina / JHM Magazine 2017

Ze heeft ogen als een uiltje. Fotografe Maria Austria (1915-1975) houdt met twee handen haar Rolleiflex-camera vast en maakt een zelfportret in de spiegel. Ze heeft een mager lijf met pezige armen, toch straalt ze één en al kracht uit. In een houding van opperste concentratie kijkt ze naar een verdwijnpunt net achter de toeschouwer. Het is een intense foto, niet verwonderlijk de omslag van het nieuwe boek Maria Austria, fotografe (2018). Een nieuwe overzichtstentoonstelling van haar werk is nu te zien in het Prentenkabinet van het JHM.

Vlijmscherp

Martien Frijns van AfdH Uitgevers was als onderzoeker, vormgever en auteur drie jaar lang bezig om dit boekproject te realiseren. Frijns: “Ik leerde het werk van Maria kennen via haar nicht, kunstenares Helly Oestreicher. Zij had me benaderd voor een uitgeefklus: een gedichtenbundel van haar vader over zijn ervaringen in het concentratiekamp. Het oeuvre van Maria kende ik nauwelijks. Maar toen ik haar werk onder ogen kreeg, werd ik gelijk gegrepen. Ze maakte dit zelfportret tijdens haar tweede reis naar Israël, ongeveer een maand voordat de Jom Kippoeroorlog uitbrak. Haar blik is heel intrigerend. Je ziet een fotografe die volledig met haar werk bezig is, en zichzelf helemaal lijkt te zijn vergeten. De camera is het meest in focus.”

Gemis

Het JHM presenteerde al twee keer tentoonstellingen met werk van Maria Austria, gericht op haar invloedrijke theaterfotografie (1989) en haar reportages over de Wederopbouw (2001). Frijns: “Helly verwonderde zich over het feit dat er nog geen totaaloverzicht van haar werk was vertoond, omdat er zó veel variatie in zit. Maria’s werk valt uiteen in vier verschillende thema’s: portretten, semivrij werk, verslaglegging van de podiumkunst, en documentaire- en reportagefotografie.”

Oestreicher

Maria Austria (echte naam: Marie Karoline Oestreicher) werd in 1915 geboren in Karlsbad, het huidige Karlovy Vary in Tsjechië. Ze groeide op in een geassimileerd joods milieu en volgde een fotografieopleiding aan de Graphische Lehr- und Versuchanstalt in Wenen. Op de vlucht voor het nazisme belandde ze in 1937 in Amsterdam, en begon daar met haar zus Lisbeth (die aan het Bauhaus geschoold was als textielontwerpster) een bedrijf voor breipatronen en fotografie: Model en Foto Austria. Sindsdien noemde ze zich Maria Austria. In 1943 dook zij onder en werd actief in het verzet. Haar moeder, haar broer en zijn vrouw werden vermoord in de concentratiekampen.

Vliegende start

Frijns: “Direct na de oorlog maakte Maria een vliegende start. Ze kreeg al op 8 mei 1945 als een van de eersten een perskaart én een reisvergunning van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ze ging gelijk aan de slag. Haar eerste reportages toonden de gruwelijke fysieke gevolgen van de Hongerwinter, de kapotgeschoten spoorbruggen, en terugkerende joden uit Westerbork. Ze heeft sindsdien vrijwel non-stop gewerkt. Maria Austria is uniek. Ze is de enige vrouwelijke fotograaf die vanaf het eind van de oorlog tot aan haar dood in 1975 het hele politieke, maatschappelijke en culturele veld in Nederland heeft vastgelegd.”

Levensschets

Frijns dook in de archieven om het oeuvre van Austria uit te zoeken. Op basis van de collectie in het Maria Austria Instituut – waar alle negatieven te vinden zijn, stuitte hij ook op foto’s van Austria in collecties van het Stedelijk Museum, het Stadsarchief, het Concertgebouw, het voormalige Theaterinstituut en het JHM. Frijns: “Ik heb al het opgeslagen materiaal verzameld en chronologisch uitgeplozen. Met haar foto’s vertelde ze beeldverhalen, aan de hand daarvan probeer ik haar leven te schetsen.”

Alchemie

Frijns: “Bij het grotere publiek is Maria Austria bekend geworden dankzij haar portretten en podiumkunstfoto’s, onder andere gepubliceerd in het Algemeen Handelsblad, De Spiegel, Libelle, de Revue en talloze programmabrochures. Maar het was bijzonder om te ontdekken dat veel van deze (schijnbaar) opzichzelfstaande foto’s deel uitmaakten van uitgekiende fotoreeksen. Korte verhalen met geen foto teveel. Bij het bekijken voel je haar focus en gedrevenheid. Veel collega’s herinneren zich dat ze bijna obsessief te werk ging in de donkere kamer. Haar toenmalige assistent Vincent Mentzel vertelde hoe ze altijd in diepe concentratie het licht van de belichtingskoker manipuleerde. Alsof ze met licht schilderde. Het had bijna iets van alchemie.”

Ongemak

Het onderzoek van Frijns leverde een aantal bijzondere ontdekkingen op, waarin het gevoel van ontheemding vlak na de oorlog tot uiting komt. Daarnaast komt in het boek en de tentoonstelling ook voor het eerst het joodse aspect in haar werk naar voren. Zoals Austria’s eerdergenoemde reportage over joden die in december 1945 uit Westerbork terugkeerden, om tijdelijk te worden ondergebracht in het Huis van Repatiëring in Amsterdam. Frijns: “Het zijn slechts tien foto’s, maar het is een uitgedacht en afgebakend beeldverhaal met een heel eigen ritme. Net als in al haar andere werk staat de menselijke emotie centraal. In een van de foto’s zie je een jonge man, die plotseling in de gaten heeft dat Maria hem fotografeert. In zijn blik lees je angst en ongemak: hij weet dat hij is vastgelegd. Opeens is hij zich heel bewust van zijn kwetsbaarheid.”

Heropleving

Frijns: “Een andere vondst is Austria’s indringende reportage over het Kinderdorp Ilaniah in het voormalige gesticht Het Apeldoornsche Bosch. Vóór de oorlog huisde daar een inrichting voor geestelijk gehandicapte joodse kinderen. In de oorlogsjaren werden die weggevoerd en vermoord. Na de bevrijding diende het complex als opvangplek voor joodse oorlogswezen uit Roemenië, die in twee jaar tijd werden voorbereid op een nieuw bestaan in Israël. Maria maakte daar een momentopname van. Het zijn hele ontwapende beelden. Daarnaast legde ze de gevolgen van de Watersnoodramp van 1953 vast. Je ziet de totale verwoesting, de verslagenheid van de mensen, dood vee op straat. Tegelijkertijd voel je ook iets van heropleving. Ook bijzonder zijn haar twee reportages uit Israël, waarin ze de verschillende volken laat zien die naast elkaar leefden. Het zijn echt iconische beelden.”

Het Achterhuis

In Maria Austria’s oeuvre neemt de serie over Het Achterhuis, de onderduikplaats van de familie Frank, een speciale plek in. Een aantal van deze foto’s zijn bekend, maar de hele serie is nog nooit vertoond. Frijns: “Otto Frank werd in de vroege jaren ’50 benaderd door twee Amerikaanse toneelschrijvers die van plan waren om een toneelstuk over Anne Frank te maken. Op hun verzoek gaf hij ze een rondleiding door Het Achterhuis. Maria en haar echtgenoot Henk Jonker werden gevraagd om foto’s te maken. Het pand stond namelijk op de slooplijst. Tussen Otto en Maria is een bijzondere band ontstaan. Dat Otto zich vertrouwd voelde bij Maria is goed zien in een van haar portretten, waarop hij zijn Auschwitz-tatoeage toont. Tijdens de reportage ontdekte Maria ook een van haar éigen foto’s aan de muur van Anne’s kamer. Daar maakte ze weer een foto van – dat moet een bizarre ervaring zijn geweest.”

Beeldenstroom

Frijns: “In samenspraak met fotoconservator Bernadette van Woerkom en tentoonstellingsvormgever Victor Levie hebben we ervoor gekozen om de chronologische volgorde van het boek aan te houden. We tonen vrijwel alle foto’s uit de periode 1945-1975 heel dicht naast elkaar, langs de hele wand van het Prentenkabinet. Als één grote beeldenstroom. De fotoserie van het Achterhuis wordt in een aparte vitrine geplaatst, en we tonen nog een aantal vroege vintage prints uit de jaren ’30-’45, en foto’s uit de collectie van het JHM. Zo hebben we geprobeerd om puur met beelden een biografie te vertellen. Dat is nieuw. Vaak hebben fototentoonstellingen en -boeken een biografisch verhaal opgehangen aan tekst, en dienen de foto’s als thematische voorbeelden. Dat is in deze tentoonstelling omgedraaid. De foto’s zélf zijn de biografie, en in de teksten worden een aantal thema’s aangestipt.”

Eigengereid

In de theater, dans en podiumkunstwereld werd Maria Austria op handen gedragen, omdat ze vanaf het prille begin elke editie van het Holland Festival heeft vastgelegd. Frijns: “Ze was een van de weinige fotografen die zich zo intensief met die wereld bemoeide. Toch beslaat deze podiumkunstfotografie slechts 10 procent van haar hele oeuvre. Veel van haar andere foto’s zijn wel bekend, maar worden zelden aan haar persoonlijk gekoppeld. Veel van haar mannelijke tijdgenoten deden meer aan zelfpromotie – Maria was vooral bezig met het runnen van haar fotobureau Particam. Ja, ze stond erom bekend dat ze behoorlijk stuurs en eigengereid te werk ging, maar ik denk dat zulke dingen nooit over een mannelijke fotograaf zouden zijn gezegd. Ze was gewoon énorm doelgericht en productief. Gemiddeld deed ze zo’n 230 opdrachten per jaar, dertig jaar lang. Dat is uitzonderlijk.”

Verlies

Frijns: “Maria Austria heeft nooit gesproken over haar ervaringen in de oorlog en haar persoonlijk verlies – zelfs niet met vrienden. Maar ik denk dat ze door bepaalde onderwerpen op te zoeken tóch haar eigen manier heeft gevonden om ermee om te gaan. Ze is betrekkelijk jong gestorven. Niet verwonderlijk, want ze rookte als een ketter, werkte keihard en leefde allesbehalve gezond. Met haar fotografie gaf zij het verleden een plek in het heden, en omgekeerd. Dat wil ik laten zien.”