(Theater! 2e jaargang, nr 3 – 2011)
Scenograaf en beeldend kunstenaar Theun Mosk over zijn meest memorabele ontwerp
DANIËL BERTINA
‘Op het eerste gezicht leek het niet te doen,’ zegt Theun Mosk. ‘Maar het ontwerp voor de locatievoorstelling Gerucht (2007) van regisseur Lotte van den Berg is uiteindelijk heel belangrijk voor mij geweest. Het was een volledig geluidsdichte ruimte die van stad naar stad kon reizen en plaats bood aan minimaal tachtig man publiek. Een technische nachtmerrie. Maar we hebben het – na veel overleg met allerlei experts en maandenlang experimenteren – toch voor elkaar gekregen.’
‘Het uitgangspunt van Gerucht (een productie van het Toneelhuis in Antwerpen) was om het publiek op een andere manier naar de stad te laten kijken. Mijn ontwerp was een enorme houten kist met daarin een publiekstribune. De kist was opgebouwd uit dikke, geluidswerende panelen en had aan één kant een eenzijdig gespiegelde glaswand. Het publiek keek door die wand naar buiten en zag het stadsleven aan zich voorbijtrekken, maar bleef zelf onzichtbaar voor die buitenwereld. Zes performers vormden met hun spel de verbinding tussen de stad en het geïsoleerde publiek. Er zat één geluidsdichte deur in de glazen wand en als die openging, kwamen al de geluiden van de stad mee naar binnen. Verder hadden we volledige controle over het geluid. Als het stil moest zijn, dan was het doodstil.’
‘Door dat grote raam werd het uitzicht op de stad heel precies ingekaderd. Die kadrering en de totale stilte tilden het publiek heel even uit de dagelijkse werkelijkheid. Het was een groot verschil of je buiten op het plein stond, of in die box zat: echt een compleet andere ervaring van dezelfde plaats in dezelfde stad. Door een aantal simpele ingrepen – de positie van de kist, de stilte, de zichtlijnen en de bewegingen van de spelers – stuurden we de blik van de toeschouwers. De stad werd opeens decor van de voorstelling. Een nieuw theater van de werkelijkheid, als een levend schilderij.’
‘Het ontwerp kwam in ongeveer driekwart jaar tot stand, in nauwe samenwerking met regisseur Lotte van den Berg. Zij had in eerste instantie het idee om de ruimte helemaal van glas te maken. Maar als je het publiek in zo’n volledig glazen ruimte neerzet, dan worden ze ook door de buitenstaanders bekeken, wierp ik tegen. Dat was niet de bedoeling. In onze gesprekken kwamen we erachter dat Gerucht puur zou moeten gaan over hoe jij naar de stad kijkt en niet hoe de stad naar jou kijkt. Zo ontstond het uiteindelijke ontwerp voor de dichte ruimte met één glazen spiegelwand. Dat maakte een veilige vorm van voyeurisme mogelijk.’
‘Mijn werk bestaat vaak uit hele simpele ingrepen in de ruimte – hoewel ze technisch vaak erg ingewikkeld in elkaar zitten. Het zijn eenvoudige ruimteconcepten, die een enorme verbeelding mogelijk maken. Hoe meer de theaterruimte dwingend, precies gekozen, verzorgd en bepaald is, des te meer krijgt de toeschouwer de vrijheid om helemaal op te gaan in het verhaal of de beleving. Daar geloof ik heilig in.’