Oerol heerst weer op Terschelling

Het Parool / Kunst & Media (14 juni 2010)

Op Terschelling is de 29e editie van het Oerol Festival losgebarsten – met locatietheater, muziek en beeldende kunst. En een eigen Manifest.

DANIËL BERTINA

Al op de propvolle veerboot naar Terschelling valt op, dat het Oerol Festival nog steeds de ontspannen sfeer van happening heeft, 29 jaar na de eerste editie. Reizigers – bepakt en bezakt – ploffen bij gebrek aan zitplaatsen massaal op de vloer neer, om gebroederlijk het immense programmaoverzicht te bestuderen. De borden patat en blikken bier gaan rond.

Sinds vrijdag is Terschelling volledig overgenomen door Oerol. Met de subtitel Zilte Luchtspiegelingen biedt het festival tien dagen lang locatietheater, muziek en beeldende kunst, verspreid over het hele eiland. Oerol duurt tot en met zondag 20 juni.

“Uit nutteloze noodzaak schiep kunst de mens,” roept Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr bij de officiële opening. Hij presenteerde het Manifest van Terschelling, geschreven in opdracht van Oerol. Volgens creatief directeur Joop Mulder ‘een lofzang op de waarde van kunst in het huidige politieke klimaat’.

Eerder was de dichter muzikaal ingeleid door Colin Benders (Kyteman), en het festivalterrein binnengereden in het zijspan van een motorrijder van Motorclub Terschelling. De 29e editie van Oerol werd strijdbaar ingezet.

Negen zogenaamde ‘spiegelingen’ vormen een thematische leidraad in het enorme festivalprogramma. Veertig grote theatervoorstellingen zijn hierin opgenomen.

Verontrustend en fascinerend is Nacht van regisseur Thibaud Delpeut en Toneelschuur Producties, over een kunstenaarsechtpaar dat door een naderende burgeroorlog tot gruwelijk geweld wordt gedwongen. Geschikt voor kinderen – maar zeker niet minder spannend – is de hilarische voorstelling De Schapelaer van Deuten & De Goeij. Een cartooneske fabel over een schaap en een wolf, tot elkaar veroordeeld in hun rollenspel als prooi en roofdier.

Daarnaast is er binnen het zogenaamde paspoortprogramma een twintigtal kleinere voorstellingen te bezoeken, die (soms bij toeval) op een fietstocht over het eiland kunnen worden ontdekt. Zoals de prachtige, voyeuristische installatie Intro saturnus van Karl van Welden. Op een duin in het Oosten van het eiland staan zes hokjes met verrekijkers, gekoppeld aan koptelefoons met een naargeestig ruisende soundscape. De zoomlenzen tonen in de verte een aantal acteurs, die schijnbaar doelloos en melancholisch door de duinen wandelen. Af en toe vallen ze stil, en staren plotseling indringend terug.

Op een westelijk strand is de Vlaamse theatergroep Alibi Collectief neergestreken met hun bizarre voorstelling Potvisch, fabulitas del fin del mundo. Een overkapte en geblindeerde reddingsloep, in de vorm van een aangespoelde potvis, biedt ruimte aan dertig man publiek. Verbijsterd ondergaan de toeschouwers de volstrekt onsamenhangende, maar charmante en komische collage van onzin over Patagonië. Een dadaïstische lofzang op de pampahaas, Alakaloef-Indianen (die bij hun dood reïncarneren tot pinguïns, en omgekeerd), de mysterieuze Gerlache-animatietechniek en de ukelele.

Sinds het vrolijk anarchistische begin in de vroege jaren tachtig is Oerol big business geworden. Met tien dagen festival genereert Oerol naar schatting een kwart van het jaarinkomen van Terschelling. Naar verwachting zullen 55.000 bezoekers het festival bezoeken.

De Vlaamse theatermaker Joachim Robbrechts en Productiehuis Rotterdam biedt een reactie op deze commercialisering, met zijn eigenzinnige parodie op Sofia Coppolas geprezen film Lost in translation. Maar dan op z’n Japans: Rosto in turansureishon. Twee Japanners zijn verdwaald in de anonieme Randstad waar ze hun tijd gedesoriënteerd en karaoke-zingend doorbrengen.

“Ik heb geprobeerd om de meest afgrijselijk saaie antilocatie uit te zoeken, die er op dit eiland te vinden is,” lacht Robbrechts in een inleidend gesprek. Dat werd een nietszeggende vergaderzaal in een hotel – ‘desoriënterend, vol met plastic planten’. Een subtiel commentaar op het festival dat juist internationaal bekend is geworden vanwege locatietheater in het natuurschoon.

Zelfs in de culturele vrijstaat Oerol heeft de globalisering toegeslagen, aldus Robbrechts. “Maar het is hier nog steeds on-Nederlands gemoedelijk.”

www.oerol.nl / www.manifestvanterschelling.nl