Red cliff, de nieuwste film van regisseur John Woo, is nu al de meest succesvolle Chinese film aller tijden. Voor de internationale markt maakte hij een ingekorte versie. “We moesten het verhaal versimpelen.”
DANIËL BERTINA
“Wat we in deze tijd nodig hebben is moed. Zeker in deze depressie,” zegt regisseur John Woo. Vanuit Beijing spreekt hij enthousiast over zijn nieuwe filmproject. Zijn Red cliff is een historische bewerking van een 700 jaar oud Chinees heldenepos. Als basis diende het boek De romance van de drie koninkrijken van Luo Guanzhong – het meest geliefde en veelgelezen boek in Azië.
Het eeuwenoude verhaal is volgens Woo nog steeds relevant: “Ik wilde deze film al dertig jaar maken. Het is een verhaal over de moed waarmee zwakke mensen kunnen winnen van een sterkere overmacht. Vooral de jonge generatie heeft die aanmoediging nodig. Zeker nu.”
John Woo (Guangzhou, 1946) is de koning van de actiefilm. Eind jaren tachtig bouwde hij een cultreputatie op met even magistrale als grimmige Hong Kong gangsterfilms zoals A better tomorrow, The killer en Hard boiled. Op onnavolgbare wijze wist Woo bruut geweld te voorzien van een kunstzinnige, bijna poëtische stilering. Met zijn films lanceerde hij ook de internationale carrières van acteurs Chow Yun-Fat en Tony Leung. Uiteindelijk werd hij geschaakt door Hollywood. Spectaculaire sterverhikels zoals Face/off, Broken Arrow en Mission impossible II waren het resultaat.
Red cliff (Chi bi, 2008) is zijn eerste Chinese productie in twaalf jaar. Met een budget van 60 miljoen euro is Red cliff nu al de duurste, en meest succesvolle Chinese film aller tijden. De film kwam grotendeels tot stand met steun van de Chinese overheid. “In Hollywood heb ik veel geleerd over het filmvak,” zegt Woo. “Het is tijd om die kennis terug te brengen naar China.”
Red cliff is het Chinese equivalent van Hollywood spektakelfilms als Braveheart, Gladiator en Troy. China wordt in het jaar 208 van de Han dynastie geregeerd door een zwakke keizer, en is het toneel van vele burgeroorlogen. De ambitieuze premier Cao Cao (Zhang Fengyi) probeert de macht te grijpen, en met zijn leger heel China aan zich te onderwerpen. Het westerlijke keizerrijk Xu en het zuidelijke keizerrijk Wu verenigen zich tegen de agressor.
Een hechte vriendschap ontstaat tussen de militaire strateeg van Xu – Zhuge Liang (Takeshi Kaneshiro) – en Zhou Yu, de generaal van het Wu rijk (Tony Leung). De strijd mondt uit in de meest legendarische veld- en zeeslag in de Chinese geschiedenis: de slag bij Chi Bi. Meer dan tweeduizend schepen gingen in vlammen op.
Woo maakte twee versies van zijn film. Het origineel van vier uur bestaat uit twee delen (à la Che 1 en Che 2 van Stephen Soderbergh) en is uitgegeven voor de Aziatische markt. De internationale versie – binnenkort uitgebracht door Independent Films – bestaat uit slechts één film: een samengevoegde en ingekorte versie van het enorme verhaal. Dat gebeurde op aanraden van de westerse distributeurs.
“Er is ons verteld dat een westers publiek – zeker het Amerikaanse – moeite heeft om een buitenlandse film met ondertitels uit te zitten, zeker als hij langer dan twee uur duurt,” legt Woo uit. “Ook moesten we het verhaal versimpelen, maar hebben de meest belangrijke emotionele momenten behouden. Ook al is het verhaal ingekort, het heeft de kwaliteit van de film niet geschaad. Denk ik.”
Regisseur John Woo is enthousiast over de financiële en logistieke steun van de Chinese overheid. Zo werden duizenden militairen van het Chinese leger ingezet om de immense veldslagen uit te beelden. Heeft die staatsinvloed nog geleid tot censuur? Woo is nuchter: “Er is in elk land wel een vorm van censuur. Ik heb geen problemen ondervonden en ben met respect behandeld. De staat lijkt zich steeds meer te openen, en jonge Chinese filmmakers worden in toenemende mate gesteund om hun dromen te kunnen realiseren.”
Red cliff is weer een heftige actiefilm. Ondanks zijn bloederige oeuvre haat Woo zelf – opmerkelijk genoeg – alle vormen van geweld: “Ik wil dat mensen op emotioneel vlak ervaren wat geweld kan veroorzaken. Daarom moet ik het zo plastisch mogelijk in beeld brengen. Het laatste wat ik wil is geweld verheerlijken.”
De zelfmoordaanslagen waarmee in de film meerdere malen de strijd wordt gewonnen, ziet Woo dan ook niet als geweldsverheerlijking, maar als historisch gegeven. “Ik heb in Hollywood vaak te horen gekregen dat de Amerikaanse filmheld vecht om te overleven – niet om te sterven. Maar in de oude Chinese en Japanse cultuur was zelfopoffering voor het vaderland niet ongebruikelijk. Dat kan ik niet ontkennen. Red cliff speelt in die oude cultuur.”
Zelfs de meest gewelddadige actiescènes zijn bedoeld als antioorlog statement, aldus regisseur John Woo: “Ik wil dat mensen zich realiseren dat niemand beter wordt door oorlog. In Red cliff worden vijanden vaak gespaard, zodat ze hun fouten kunnen inzien. Dat is een oude Chinese traditie, en een verschil met Hollywoodfilms. Bij ons is niet alles zwart-wit.”
Het Parool / Kunst & Media (4 augustus 2009)