(Theater!, jaargang 2 / 2011, nr. 1)
Community theater over theatermaken
Theatergroep Slapelozen maakte de voorstelling Het feest van je leven. Een toneelstuk met 15 ‘gastspelers’ uit alle bevolkingslagen van Amsterdam. Een loflied op de mens, én een voorstelling over de problemen die je zoal tegenkomt bij het maken van community theater.
DANIËL BERTINA
‘Ja, jongens, ik wil nu even een technische doorloop!’, roept theatermaker Micha Hulshof met overslaande stem. ‘En dat werklicht uit alsjeblieft!’ In de theaterzaal in Amsterdam staan vijftien Amsterdammers – een vrolijk samengeraapt zooitje van uiteenlopende leeftijden en pluimage – en vier jonge theatermakers. Er hangen een paar lullige feestslingers en tegen de achterwand een breed spandoek met in zwarte letters Het Feest van je Leven door Theatergroep Slapelozen. Het oogt rommelig, als vlak voor een generale repetitie. De gastspelers – van 11 tot 76 jaar – hebben puntige feesthoedjes op en witte handschoenen aan. De vier theatermakers dragen strenge zwarte pakken en schoolmeesterbrillen. Op commando van een van hen, doet de groep samen een tenenkrommend Kinderen Voor Kinderen-achtig dansje. Hulshof onderbreekt: ‘Ja! Dán gaat het licht dus weer aan…’
Lofzang
Met dit bewust ontregelende begin gaat de voorstelling Het feest van je leven van start. Een montagevoorstelling ter ere van het vijfjarige bestaan van theatercollectief Slapelozen, bestaande uit Maartje Ghijsen, Micha Hulshof, Joyce Timmerman en Victor Mentink. Een bezegeling van vijf jaar theatermaken met amateurs uit verschillende buurten van Amsterdam. Het publiek is vanavond getuige van een ‘repetitie’ van een groep amateurspelers, aangevoerd door een klein groepje theatermakers. Samen gaan ze community theater maken.
Het feest van je leven is een theatervoorstelling over theatermaken. Centraal staan de gastspelers die samen een feestje bouwen, lekker willen acteren en met het publiek een enthousiaste lofzang op het leven willen zingen. Maar de vier professionele theatermakers Maartje, Micha, Joyce en Victor (voor nog wat extra verwarring hebben deze alter ego’s dezelfde voornaam als de leden van het collectief) willen hun eigen artistieke pretenties – zoals ‘deconstructie, de grenzen van het theater opzoeken, en het grijze gebied van die poging laten zien’ – botvieren op de enthousiaste amateurs. De arrogante theatersnobs belemmeren keer op keer de feestvreugde en het spelplezier van de gastacteurs door constant de scènes af te kappen net wanneer deze goed op gang komen. Dit leidt tot komische botsingen.
Ondanks deze ingewikkelde gelaagdheid is Het feest van je leven een verrassend heldere voorstelling over de problemen die kunnen ontstaan bij het maken van dit soort community theater. Ze toont de vooroordelen van goedbedoelende kunstenaars die amateurspelers bij hun kunstprojecten inzetten.
Artistieke lusten
Want hoe speel je een scène met ‘de Marokkaan’ als die acteur niet komt opdagen, of als een bejaarde speler ziek is? Hoe politiek correct moet of mag je zijn? Wie krijgt de meeste tekst? Doe je maar zélf een hoofddoek op als je geen Turkse actrice kan vinden? En voor wie maken de theatermakers hun voorstelling eigenlijk, voor de gemeenschap of alleen ter bevrediging van hun eigen artistieke lusten?
‘We maken al vijf jaar theater met niet-professionele acteurs,’ vertelt Victor Mentink na afloop van de voorstelling. ‘Voor Het feest van je leven wilden we de spelers zichzelf laten spelen. Onze vraag was hoe je iemand zo oprecht en authentiek mogelijk op het podium kan laten zien. Dat was een kwestie van het afpellen van maniertjes, en dan kijken waar de laatste laag zit. De vorm van deze voorstelling ontstond heel geleidelijk op basis van improvisaties. Daarbij gingen we steeds meer problemen die tijdens het repetitieproces ontstonden letterlijk in de voorstelling verwerken. We merkten wel dat veel van de oorspronkelijke spontaniteit bij herhaling verloren ging. Het theater maakte te veel kapot.’
De speeltekst is losjes geïnspireerd op uit Arnon Grünbergs De mensheid zij geprezen (2001) – een moderne bewerking van Erasmus’ satirische Lof der zotheid (1512), aangevuld met fragmenten uit interviews met vier gastspelers, vertelt Joyce Timmerman. ‘Ik vroeg de spelers te reageren op een aantal stellingen over veiligheid, identiteit, en of ze zich Hollander voelden. Het idee was om in de voorstelling een collectief van mensen te laten zien. Maar tijdens het werkproces werden we geconfronteerd met onze eigen vooringenomenheid. Els, de oudste van onze gastspelers, vroegen we over het grootste feest van haar leven. Dat was voor haar de Bevrijdingsdag. Maar toen ik haar vroeg een monoloog te spelen over haar ervaringen in de oorlog had ze daar helemaal geen zin in. Dat vond ze een cliché.’
Onzintirade
Terug naar de voorstelling. Op verzoek van de regisseur neemt acteur Cyriel Guds de rol van zijn bejaarde collega over. Guds is goed op dreef als kwekkende oma. Opgefokt verhaspelt hij zijn tekst tot een geestige onzintirade. Op het hoogtepunt kapt de regisseur hem af. ‘Doe het nu even met zo’n lekker vet Surinaams accent,’ en hij zet Guds een belachelijke afropruik op. Dat is de druppel. Guds ontploft van woede: ‘Ben ik niet Surinaams genoeg voor je!?’ De rest van de gastspelers – doodziek van de constante sabotage door de vier theatermakers – dreigt te rebelleren. Ze schreeuwen: ‘Wij dachten dat jullie oprecht waren!?’
‘Zullen wij even praten?’ roept Joyce naar haar medetheatermakers. De vier zetten hun strenge zwarte brillen op en draaien de spelers de rug toe. Hun plannen voor de voorstelling zijn volkomen mislukt, de gefrustreerde theatermakers hebben er geen zin meer in. ‘We kunnen niet weglopen uit de voorstelling en hen hier zo laten staan!’ protesteert een van hen nog. ‘Dat kunnen we wél,’ schreeuwt Victor. ‘Want ik heb dat in oktober bedacht, en ik ben hier de regisseur!’ De vier nemen de benen en slaan de deur van de zaal achter zich dicht.
Verbouwereerd blijven de gastspelers achter. Ze zijn alleen gelaten maar dat mag de pret niet drukken. Er wordt een muziekje opgezet. Eén voor één lopen de gastspelers de tribune op en nodigen het publiek uit de speelvloer op te komen voor een borrelhapje, drankje en cadeautje. Voorzichtig schuifelen de toeschouwers de speelvloer op, eerst een beetje gegeneerd, maar al snel wordt de bedoeling duidelijk. We hoeven niets te doen, alleen maar onszelf te zijn en anderen te ontmoeten. Terwijl de professionele theatermakers wegblijven, viert de community feest. Eindelijk. Het feest van je leven eindigt met een ontwapenende toost op de mensheid.
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=1E7CiYXkkzg[/youtube]
Creatieve kracht
‘Je mocht gewoon jezelf zijn,’ vertelt gastspeler Michelle Huiman na afloop. ‘Dat is een enorme uitdaging, zeker als je als ik weinig ervaring hebt. We kregen veel vrijheid om met de vorm van de voorstelling te spelen en zelf ideeën in te brengen. De grote opdracht was: je probeert samen een feest te bouwen, maar dat is heel moeilijk met achttien totaal verschillende mensen van verschillende afkomst. Dan krijg je botsingen. Meedoen aan Het feest van je leven was heel bijzonder. Jammer dat het stopt.’
‘Dit soort theater kan niet op de automatische piloot,’ zegt Victor Mentink. ‘We hebben ontzettend ons best gedaan om een gevoel van veiligheid en sociale cohesie te scheppen, waarbinnen de spelers hun grenzen durfden te verleggen. De omkering aan het einde van de voorstelling, waarbij wij boos vertrekken en zij achterblijven, vond iedereen eerst heel moeilijk. Maar juist door het persoonlijke contact wordt het einde een authentiek moment, waarop mensen écht met elkaar kennis maken. Dat moet je niet te veel regisseren en gewoon laten gebeuren. Als zichzelf zijn mensen het mooist.’
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=KPbYJCORGgo[/youtube]