Vertroetelen van maestro’s en sterren

Het Parool / Kunst & Media (10 november 2012)

Het Muziekpaleis – op weg naar 125 jaar Concertgebouw

In 2013 bestaat Het Concertgebouw 125 jaar. In de aanloop naar dat jubileum elke week aandacht voor een andere kant van deze ‘tempel van klassieke muziek’. Vandaag over stress achter de schermen en de concertserie Grote Solisten.

DANIËL BERTINA

Enorme schalen met exotisch fruit, liters organisch kiwisap of nadrukkelijk géén groen licht op de pianotoetsen. Producent Gea Plantinga (1984) moet rekening houden met alle excentrieke wensen van de wereldberoemde muzikanten die in Het Concertgebouw over de vloer komen. Zij is met drie collega’s verantwoordelijk voor alle praktische organisatie en het productionele gepuzzel dat komt kijken bij een concert van de Eigen Programmering.

Plantinga: “En in de tussentijd moet je ervoor zorgen dat iedereen zich hier welkom voelt. De grote sterren en de maestro’s staan onder grote druk, die moet je echt vertroetelen.”

Plantinga heeft op dit moment haar handen vol aan de productie van het concert van de Braziliaanse pianist Nelson Freire met het St. Petersburg Philharmonisch Orkest onder leiding van de Russische dirigent Yuri Temirkanov. Het concert – in de serie Grote Solisten – bestaat uit Sjostakovitsj’ Tiende symfonie en het Tweede pianoconcert van Brahms en is 19 november te bezoeken.

Vanaf haar twaalfde legde Plantinga zich toe op een carrière als professioneel musicus. Het was haar droom om ook in zo’n enorm orkest te spelen. In 2008 studeerde ze als klarinettist af aan het Conservatorium van Amsterdam en ging gelijk aan de bak bij het ensemble Asko|Schönberg. Als uitvoerend muzikant én producent.

Ze stond ‘een keer of twintig’ als uitvoerend muzikant op het podium van Het Concertgebouw. De eerste keer was magisch. “Het was de zomer van 2006 en ik speelde toen met het Nationaal Jeugd Orkest. Ik voelde echt de historie, want ál de beste orkesten van de wereld hebben hier gespeeld. Dat is toch iets anders dan het dorpszaaltje om de hoek.”

Toch besloot ze in de zomer van vorig jaar helemaal te stoppen als muzikant om zich toe leggen op een fulltime carrière als concertproducent. Plantinga: “Aan de ene kant was dat een zware beslissing, maar ik realiseerde me dat ik in een functie als producent verschillende passies kon combineren. Ik ben van nature een regelneef met een grote liefde voor muziek. Als producent ben je een spin in het web, waarbij je constant moet opletten dat alles goed is geregeld. Dit werk is echt een soort politieke functie. Het vereist de nodige tact en stressbestendigheid.”

Ze noemt geen namen. “Maar eens was ik, vlak voor aanvang, de wereldberoemde solist kwijt die ik naar het podium moest begeleiden. Hij was op z’n dooie gemak nog even een kopje koffie halen. Als je twee minuten hebt om hier iemand te vinden, dan is dit gebouw héél groot. Goddank was hij net op tijd weer op z’n plaats.”

Haar eerste klus als producent was het programma Liebestod van Amsterdam Sinfonietta met celliste Sol Gabetta en acteur Jeroen Willems. Plantinga: “Dat was echt een vuurdoop. Een hele grote, complexe theatrale productie met videoschermen, versterkt geluid en een uitgebreid lichtontwerp. Te gek om te doen.”

Het concert van Nelson Freire met het St. Petersburg Philharmonisch Orkest wordt minder ingewikkeld. “Maar wel heel bijzonder. Sjostakovitsj gespeeld door een Russisch orkest is natuurlijk imposant. En Freire is één van de grote Brahms-vertolkers. Er kan tot het laatste moment nog van alles fout gaan. Wanneer je dan tóch voor elkaar krijgt dat alles op rolletjes loopt, is dit de leukste baan ter wereld.”