Een doos met tienduizend losse negatieven

Roman Vishniac werd in 1983 wereldberoemd met Een verdwenen wereld, een indringend fotoproject over het joodse leven in Oost-Europa, vóór de Sjoa. Maar zijn beste werk bleef tot nu toe ongezien. Curator Maya Benton vertelt over de tentoonstelling Roman Vishniac (Re)discovered.

DANIËL BERTINA

Maya Benton, curator van het International Center of Photography in New York, strooit twee handen verfrommelde theezakjes over de tafel. Ter illustratie van de chaos die ze een paar jaar geleden aantrof in het fotoarchief van Roman Vishniac (1897-1990), destijds in beheer van diens bejaarde dochter Mara.

Benton: ‘Stel je voor: dit zijn tienduizend losgeknipte negatieven. Zonder onderschriften of enige context. Een collectie van vijftig jaar fotograferen.’ Ze pakt een paar theezakjes. ‘Dus dit is een foto van het New Yorkse Chinatown in 1950, dit is een biddende rabbijn in Lodz, een Berlijnse straatscène vlak voor de oorlog, een spelend meisje in een Duits displaced persons-kamp in 1947, of een hippe jonge verkoopster in vooroorlogs Warschau. Alles door elkaar.’

Benton is verantwoordelijk voor de tentoonstelling Roman Vishniac (Re)discovered, die vanaf 4 april te zien is in het JHM. Ze grijnst. ‘Toen ik begon met ordenen had ik prima ogen. Nu ben ik zo blind als een vleermuis. Dat krijg je van zes jaar lang negatieven tegen het licht houden.’

Wereldberoemd én onbekend

Roman Vishniac groeide op in Moskou, studeerde biologie en vluchtte in 1920 naar Berlijn. Daar legde hij als bevlogen fotograaf de dreiging van het naderende nazisme in Europa vast. Uiteindelijk wist hij met zijn gezin te ontsnappen naar Amerika. In 1983 werd Vishniac wereldberoemd met Een verdwenen wereld. Een aangrijpende fotoserie die hij van 1934 tot 1938 had gemaakt in opdracht van de internationale hulporganisatie American Jewish Joint Distribution Committee (AJDC) over het joodse leven in Polen, Hongarije, Litouwen en Tsjecho-Slowakije. Het werden de meest herkenbare, meest verspreidde en iconische foto’s van de joodse cultuur in de Oost-Europese steden en sjtetls, vóór de vernietiging van de Sjoa.

Dertig jaar geleden was Een verdwenen wereld te zien in het Joods Historisch Museum. Nu toont Roman Vishniac (Re)discovered een completer overzicht van het werk van deze excentrieke fotograaf, op basis van honderden ongepubliceerde foto’s en documenten.

Benton: ‘De tentoonstelling heeft een enorme reikwijdte en schept ook een nieuwe context voor Vishniacs bekende foto’s uit Oost-Europa. Die hebben grote invloed gehad op de beeldvorming, maar zijn zwart-witfoto’s van vroom biddende jongetjes, peinzende rabbijnen, arme sloebers en tobbende winkeliers tonen slechts een klein deel van een groter, veel diverser verhaal. De foto’s waren ooit bedoeld als promotiemateriaal voor de AJDC, om geld te werven waarmee de noodlijdende joodse bevolking in Oost-Europa kon worden ondersteund. Dus Vishniac had vooral de nadruk gelegd op het drama; het in beeld brengen van grote materiële armoede naast de spirituele rijkdom.’

Gelukkig was Vishniac een fanatieke fotograaf en heeft véél meer gefotografeerd dan waar hij voor was aangenomen. Benton: ‘Op basis van het ongepubliceerde werk komt nu een heel divers en kosmopolitisch beeld naar voren over het joodse leven in Oost-Europa. Het was absoluut niet alleen een streng orthodox bestaan in schimmige getto’s. Vishniacs levendige straatscènes zien er bijna hedendaags uit, met elegant geklede vrouwen, stoere straatjochies, en chassidische en seculiere joden die gemoedelijk met elkaar omgingen. Alleen al daarom is Vishniacs onbekende werk veel interessanter, qua compositie en thematiek.’

Renaissance man

Topfotografen zoals Walker Evans of Henri Cartier-Bresson zijn bekend geworden met hun beste werk, maar dat is niet het geval bij Vishniac. Benton: ‘Hij was van 1920 tot 1970 actief. Dat is vijftig jaar, veel langer dan eerder werd aangenomen. Maar we kennen hem op basis van slechts vier jaar werk. Tot grote frustratie is hij er bij leven niet in geslaagd om het merendeel van zijn foto’s getoond te krijgen. In Roman Vishniac Rediscovered proberen we nu een mooie dwarsdoorsnede te laten zien van het volledige oeuvre. Zo geven we een van de grote, veelzijdige meesters van de twintigste-eeuwse fotografie een nieuwe introductie. Het is een herontdekking van een echte Renaissance man.’

Vishniac maakte als sociaaldocumentair fotograaf reportages voor, tijdens en ná de oorlog, waarbij hij als een van de weinigen de verwoesting van zijn éigen voormalige woonwijk in Berlijn heeft vastgelegd. In Amerika portretteerde hij gevluchte joodse intellectuelen en kunstenaars, immigranten net als hijzelf, en toonde de melting pot van de Amerikaanse samenleving tijdens de oorlogsjaren. Op latere leeftijd kreeg hij in wetenschappelijke kringen veel lof voor zijn microscopische biologiekleurenfoto’s – een levenslange passie. Benton: ‘Tegelijkertijd deed hij allerlei modernistische vormexperimenten, ook in Nederland. Zo maakte hij in 1939 een prachtige, bijna Russisch-constructivistische fotoserie over het Joods Werkdorp Nieuwesluis in Wieringermeer, met stoer geportretteerde joodse arbeiders die zich klaarstoomden voor de emigratie naar Palestina. Het zijn foto’s in een totaal andere stijl, gemaakt in dezelfde periode als die romantische foto’s van de sjtetls. Dat toont aan hoe veelzijdig hij was.’

Jiddisch sprekende atheïste

Benton groeide op met Vishniacs fotoboeken. ‘Een verdwenen wereld’ staat vermoedelijk bij elk joods gezin in de kast, zéker in Amerika. Als kind van Russische immigranten en overlevenden van de Sjoa vond ik het wonderlijke foto’s. Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis ontdekte ik, tot mijn verbazing, dat er bijna geen wetenschappelijke artikelen over zijn werk bestonden. Dat was een uitdaging.’

Vishniac werd een jarenlange fascinatie. Tijdens een stage bij het International Center of Photography (ICP) zocht ze contact met Vishniacs dochter, Mara Vishniac Kohn. Benton: ‘Ons eerste telefoongesprek verliep nogal stroef. Mara zei dat ik maar langs moest komen om haar te spreken. Gelukkig woonde ze op twee uur rijafstand, dus kon ik haar persoonlijk ontmoeten. Het ijs smolt meteen. Misschien paste ik precies in het plaatje: ik ben een Jiddisch sprekende, atheïstische dochter van joods-Russische overlevenden van de Sjoa én een kunsthistorica. Op een gegeven moment vroeg Mara of ik het archief wilde zien. Een doos met tienduizend losse negatieven waarvan niemand nog wist dat ze bestonden. The rest is history.’

Flexibele mythes

Roman Vishniac was een ingewikkelde man, zegt Benton. ‘Een verhalenverteller met een liefde voor mythes. Veel van de onderschriften bij zijn foto’s bleken – vele jaren later bij het samenstellen van zijn fotoboeken – te zijn verzonnen, gedramatiseerd of aangedikt. Daarnaast voelde hij zich een beetje miskend en hanteerde flexibele versies van zijn levensloop. Ik heb vaker gezien dat mensen van zijn generatie (die een paar keer zijn gevlucht voor het nazisme) altijd een paar contrasterende levensverhalen paraat hielden. Als overlevingsmechanisme is dat begrijpelijk, maar niet erg uitnodigend voor serieuze biografen en onderzoekers die feiten boven tafel proberen te halen.’

‘Na Vishniacs dood in 1992 belandde een deel van het werk bij zijn galeriehouder, een deel werd opgeslagen bij het ICP, en een deel ging naar zijn dochter. Alles werd opgeborgen en vergeten. Dat maakt het ontzettend lastig om de feiten achter de foto’s te achterhalen. We zijn nog lang niet klaar.’

Niet het laatste woord

‘Nu zijn we jaren verder,’ zegt Benton. ‘Het was monnikenwerk, maar inmiddels zijn alle foto’s gedigitaliseerd. Terwijl de tentoonstelling over de wereld reist is het hele Vishniac-archief online te bekijken dankzij een unieke samenwerking tussen het ICP in New York en het Holocaust Museum in Washington D.C.. Ik zie deze tentoonstelling zeker niet als het laatste woord over Vishniac. Het is een eerste aanzet om meer te weten te komen over zijn werk. Zo bevat Roman Vishniac Rediscovered ongeveer tien foto’s van displaced persons-kampen, maar er zijn in totaal meer dan zeshonderd foto’s online gezet. Zoals het kamp waar mijn eigen moeder een tijdje is ondergebracht, bij de Schlachtensee in Berlijn.’

‘Op iedere locatie waar Roman Vishniac Rediscovered te zien is geweest, hebben mensen zich gemeld die familieleden en locaties op de foto’s hebben herkend. In de tentoonstelling of in het online archief. Het is prachtig om te horen dat jonge mensen samen met hun ouders of grootouders achter de computer zijn gekropen om samen die foto’s te identificeren en het verleden op te sporen. Ik hoop dat zoiets ook in Nederland zal gebeuren.’

Roman Vishniac (re)discovered is te zien van 4 april tot en met 24 augustus 2014. www.jhm.nl