‘Wat we brengen, is geen elitair gebeuren’

Het Parool / Kunst & Media (20 april 2013)

Vandaag zit bij Het Parool tijdschrift De vriend van Castrum Peregrini. Deze culturele instelling ‘voor de fijnproever’ zoekt het grote publiek op, met een nieuw programma over vriendschap. 

DANIËL BERTINA

“We zijn nog aan het opbouwen, dus vergeef ons de bende,” zegt programmeur Lars Ebert (1976). Hij leidt de weg door de nauwe gangen door het monumentale pand van de culturele stichting Castrum Peregrini aan de Herengracht. Van het krappe kantoortje – van vloer tot plafond volgestouwd met boeken en tijdschriften, via de bar en ontvangstruimte, naar de expositiezaal waar curator Danila Cahen werkt aan de nieuwe tentoonstelling, Shapeshifting, een onderdeel van een nieuw programma. De muren van het pand hangen vol tekeningen en schilderijen van de voormalige bewoners: onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog. En natuurlijk de leidsvrouw van de stichting, kunstenaar Gisèle d’Ailly-van Waterschoot van der Gracht (1912).

“Wat zo bijzonder is aan deze plek,” zegt algemeen directeur Michael Defuster (1957) in een van de karakteristieke woonruimtes, “is dat hier al vijftig jaar allerlei functies dwars door elkaar lopen. Het is een onderduikadres, een woonruimte, atelier, debatcentrum, uitgeverij, archief, kantoorruimte, monument, bibliotheek, expositieruimte, film- en theaterzaaltje en intellectuele ontmoetingsplaats midden in de stad.”

Veel Amsterdammers hebben nog nooit van Castrum Peregrini gehoord, geeft Defuster toe. “Het was jarenlang een beetje in zichzelf gekeerd instituut. We zijn binnen een kleine kring fijnproevers in Nederland bekend, en als uitgeverij vooral in de Verenigde Staten en Duitsland. Daar proberen we nu verandering in te brengen. Met diverse programma’s zetten we nu, letterlijk, onze deuren open.” Ebert: “We willen een inspirerende plaats bieden waar aan de hand van kunst en literatuur over maatschappelijke thema’s wordt nagedacht.”

Dit wordt het derde jaar dat Castrum Peregrini – met de naamstoevoeging Intellectual Playground – zich aan de hand van een thema opwerpt als interdisciplinaire culturele instelling. Eerder kwamen de thema’s Fanatismo (over fanatisme) en Vreihijd (sic! Over de paradox van vrijheid) voorbij, in de vorm van publicaties, lezingen, tentoonstellingen en andere intellectuele activiteiten. In 2011 won de instelling de eerste prijs tijdens de Museumnacht Amsterdam.

Het nieuwe thema en activiteitenprogramma My Friend. My Enemy. My Society gaat over de betekenis van vriendschap in de hedendaagse samenleving. Te zien van 25 april tot 23 juni. “Maar het wordt geen elitair gebeuren,” zegt Ebert: “We bieden een diepzinnig programma met een lage drempel.”

In de oorlogsjaren woonde Gisèle – zoals ze door alle betrokkenen liefdevol wordt genoemd – op drie hoog aan de Herengracht 401 en gaf, met de dichter Wolfgang Frommel, onderdak aan een stel jonge onderduikers. Met kunst, literatuur en veel praten slaagden ze er samen in om niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk de terreur te overleven. Niet in de laatste plaats door de inzet van Gisèle, die als portretschilder in oorlogstijd het collectief in leven hield. ‘Castrum Peregrini’ kreeg het huis als schuilnaam: de burcht van de pelgrim.

Na de oorlog ontving Gisèle een substantiële erfenis. Haar Oostenrijkse tante was barones en bezat een berg in de Alpen, aldus Defuster, die voor een kapitaal aan een Duitse projectontwikkelaar werd verkocht. Met haar deel van de erfenis kon Gisèle het aanpalende pand kopen waar ze haar atelier vestigde. De ex-onderduikers bleven er ook wonen en het gezelschap startte een uitgeverij. Nu is de 100-jarige Gisèle als mater familias nog de enige oorspronkelijke bewoner. Met het overlijden en vertrekken van de rest van de eerste generatie betrok een nieuwe lichting Peregrinis het pand en besloot het instituut grondig te ‘herijken’.

Frans Damman (1968) van pers en communicatie: “Typisch voor die oude generatie van overlevenden was dat ze erg huiverig waren om teveel naar buiten te treden. Zo heeft het adres nooit op de publicaties van de uitgeverij gestaan. Toch een beetje een oorlogstrauma, denk ik.”

De vernieuwing van Castrum Peregrini is noodgedwongen, zegt Defuster. “We zijn als stichting eigenaar van het pand en de bakstenen wandelen niet weg, maar het kost geld om de boel te onderhouden en hier inhoudelijk interessante dingen te organiseren.” Damman knikt: “Alles wat we hier willen realiseren moet door samenwerking en projectsubsidie tot stand komen. De komende manifestatie is georganiseerd met 30 verschillende partners. Dus dat is aardig gelukt.”

Veel vergelijkbare oorlogsmonumenten zitten onder de kaasstolp, zegt Ebert. “Maar dit pand is geen statisch museum. Hier is altijd gewoond, gewerkt, geschreven en kunst gemaakt. We vinden het ook van groot belang dat de betrokken kunstenaars en bezoekers hier een actieve bijdrage leveren om die energie in stand te houden. Dat zorgt voor een hele inspirerende energie die we met de rest van de stad willen delen.”

My Friend. My Enemy. My Society. Te zien van 25/4 t/m 23/6, Herengracht 401. www.castrumperegrini.org